13S overige der colonne op de plaats, waar ik haar verlaten had. Plotseling werd de daar rustende troep gealarmeerd door een hevig vuur van den vijand, waardoor de Europ. Sergeant der Art. Kroes sneuvelde. De vijand had zich weder in de verlaten stelling Long- batt-ah Missigit genesteld. Onmiddellijk werd de gevechtsorde aan genomen en de Majoor der Artillerie Yan Zijll de Jongh, die zich daarvoor aanbood, met het commando belast. Na een hevig voor bereidend artillerievuur werd de stelling Longbattah Missigit door 3 sectiën infanterie, onder kapitein Yan Ham, zonder verder verlies weder bezet. Nog steeds bleef ik zonder nadere bevelenintusschen was het vijandelijk vuur op mjjne positie dan eens toegenomen, dan weder geheel gestaakt. Als slangen kropen de Atjineezen door de sawahs van de eene galangan achter de andere. Yan de 6 luitenants der Europeesche compagnieën waren er 2 ziek in het bivak achtergebleven, 1 kapitein was ziek geworden ge durende den opmarsch en bij de ambulance achtergebleven, terwijl 1 kapitein zeer ziek werd, toen het vijandelijk vuur en daarmee het aautal gewonden toenam, juist toen krachtig optreden zoo noo- dig was. Van hem was dus geen hulp in deze moeilijke omstandig heden te verwachten. Ik belastte mij persoonlijk met het uitzoeken van de beste schutters en plaatste ze op die punten, welke mij het doelmatigst voorkwamen, hun aanbevelend kalm en wat laag te mik ken en te schieten, waarvan ik mij telkens ging overtuigen. "Wij wisten den vijand in ontzag te houden en leden weinig verliezen. Intusschen werd mijne positie steeds moeielijker. Door het terug trekken van de colonne Romswinckel was de vijand kennelijk stout moediger gewordeD. Voor den hoofdtroep moest ik telkens eene an dere positie kiezen, omdat wij dan eens van de Noord- dan weder van de Westzijde meer beschoten werden. Anders dan verdedigend hande len was niet mogelijk. Tegen 3 uur kwam ik met den Stafofficier, den lcn Luitenant Mun- niks de Jongh overeen, dat hij zich met eene bedekking van 1 officier en 25 of 30 man naar den Bevelhebber zou begeven, ZILEd. Gestrenge de omstandigheden blootleggen en nadere bevelen vragen. Toen Munniks de Jongh mij vroeg: „Majoor durft u wel in uwe

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 147