5 wenschen over. De vroegere quaestie tusschen dat rijkje eu Mer- doe werd in Mei 1885 door den civielen gezaghebber van Segli „zooveel doenlijk" geregeld. In den nacht van 17 Juli 1885 werd een in de koeala Olim geankerd Inlandsch vaartuig beroofd doorheden van DjankaBoeaja, onder Samalanga ressorteerende. Toen de imam van die plaats geen gevolg gaf aan den hem gestelden eisch tot teruggaaf der ge roofde goederen, werd den 15en Augustus door het stoomschip Pa- lembang een drietal granaten in Djangka Boeaja geworpeD, om aan den eisch meer klem bij te zetten. De daarop gevolgde onder- handelingeu hadden ten gevolge dat de opgelegde schadevergoeding, ten bedrage van 1500 dollars, iu Januari 1886 door den radja van Samalanga betaald werd Overigens vinden wij omtrent Samalanga nog slechts opgetee- kend, dat daar een nieuwe hoeloebalang optrad; de oudste zoon van den vorigen radja, die iu December 1885 was overleden. De nieuwe vorst droeg den naam vau Tongkoe Kedjoeroean Tjihik Sa malanga Mohamad Ali Bassa, en werd den 23en Augustus 1886 te Kota Radja in zijne waardigheid bevestigd. Met Pasangan bleef iu 1885 de verhouding vrij bevredigend. De radja van dat staatje, Toe koe Tjihik Samaoen, kwam in Juni 1885 te Kota Radja en besprak hier zijne aanspraken op de thans van hem onafhankelijke landschappen KloempangDoewa, Sa wang, Nizam, Tjoenda en Bajoe, doch nam ten slotte genoegen met den tegenwoordigeu staat van zaken. De onlusten en verwikkelingen iu de Pas ei-streek, welke in October 1885 ontstonden en waarin ook Pasangan betrokken was, komen aanstonds ter sprake. Yooraf willen wij vermelden, dat in December 1885 door lieden van Pasangan zeeroof werd gepleegd nabij de koeala Maneh, waar het eigendom vaneen Chineeschen handelaar was aangerand. Den radja werd de geleden schade 1700 dollars opgelegd, en, toen die boete niet betaald werd, iu Januari 1886 tot het nemen van represaille-maatregelen overgegaan door de oorlogsschepen Tromp en Samarang. Den 8en Maart werd de bepaalde schadeloosstelling voldaan. Gemachtigden van den Radja werden daarop met de Tromp naar Kota Radja overgevoerd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 14