145
toen het dus voor ieder duidelijk was, dat mijne Colonne met den
Bevelhebber in zeer moeielijke omstandigheden kon zijn.
Door dat heen en weder trekken door onbegaanbaar terrein was
de Colonne Romswinckel vermoeid, zal men kunnen zeggen.
Ik antwoord daarop, dat op het Commando „Yoorwaarts" van den
Chef van den staf die het Algemeen Commando voerde, Romswinckel
zijne Colonne zeer zeker met versnelden pas naar de plaats harer
bestemming zou hebben gevoerd.
Gelukkig waren op het laatste oogenblik twee compagnieën van
het L. H. 3e Bat. Inf. bij de Missigit aangekomen. Die versche troe
pen, door den Bevelhebber ontboden om als bezetting in de positie
Longbattah Missigit achter te blijven, boezemden den vijand ontzag,
onzen troepen vertrouwen in. Het vijandelijk vuur werd dan ook
gaandeweg minder!
Het begon reeds te schemeren, toen op last van den Bevelhebber
het gevecht geleidelijk werd afgebroken en de terugmarsch aangenomen.
De twee compagnieën van het L. H. 3e Bataljon, met eene sectie
artillerie (Luitenant van Blommestein) en de ambulance met de zwaar
gekwetsten (officier van Gez. le ld. Postma) bleven ter bezetting van
Missigit Longbattah achter.
Yan het 10° Bataljon waren:
gesneuveld 1 Luit. Kwartiermr. J. Muller,
1 Europ. Sergeant,
2 Korporaals,
1 Hoornblazer,
14 Fuseliers;
gewond 1 Luit. Adj. J. van Bennekom.
1 Europ. Sergeant-Majoor,
3 Sergeanten,
2 Korporaals,
2 Hoornblazers,
34 Fuseliers,
1 Inl. Korporaal en
1 Fuselier.
Behalve zij, die te Baloe begraven waren, zijn de meeste gesneuvelden
in de poelen verdwenen.
Dl. II, 1888. 10