150 gelegen kampongs bleek, dat de Bernarees eene versterking zouden oprichten te Lebikoe Garanteug 3 uur boven Pahawan. Het doel van die handelingen was het afsluiten der gemeenschap met de benedenlanden voor den Controleur, die zich nog te Tewah bevond, en om van daar uit de onlusten in de benedenstreken over te brengen. Om een en ander te beletten, vertrokken de Resident der Zuider en Ooster-afdeeling van Borneo en de Militaire Commandant van dat gewest met een peloton infanterie, onder commando van den len Lui tenant H. L. W. Tellings, den llen Juni 1886 per Gouvernements stoomschip „Boni" naar de Kahajan. Een houwitser en 2 mortieren met de noodige bediening, een officier van gezondheid met twee man hospitaal personeel en zes dwangarbeiders werden daarbij ingedeeld. Gedurende de reis derwaarts werd op den 18en Juni de Controleur ontmoet, die gevolg gevende aan een hem verstrekten last van Tewah was komen afzakken. Uit de door hem medegebrachte berichten bleek, dat de Pretendent-Sultan op allerlei wijzen getracht had, hem levend of dood van de bewoners van Tewah in handen te krijgen, en dat de Bernarees zich bereid hadden verklaard Goesti Mohamad Seman te zullen volgen en verdedigen zoo hij tot hen kwam. Hoewel nu bij het verder opstoomen der rivier bleek, dat de op richting der versterking bij Lebihoe Garanteng was gestaakt, kwam toch het aanwezen in die streken van een ambtenaar, gesteund door voldoende militaire macht, dringend noodzakelijk voor, om voeling met de bevolking der bovenstreken te houden en het afvallen der benedenstrooms gelegen kampongs te voorkomen. Daarom debarkeer- de op den 20cn Juni 1886 te Toejoen een detachement van 1 officier en 50 minderen benevens 1 officier van gezondheid en richtte aldaar eene zeer tijdelijke versterking op, welke met het medegevoerde geschut werd bewapend. Tewah bleef bezet door eene bevolkings- patrouilie onder aanvoering van de hoofden der Groote en Kleine Dajak. Het bestaan van deze twee versterkingen was voor den Pretendent-Sultan een beletsel om zijn invloed onder de Bernarees uit te breiden. Daarom trachtte hij Tewah door herhaalde beschie ting te doen verlaten. Toejoen werd met rust gelaten,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 159