151 - dewijl hem uit eene verkenning was gebleken dat die sterkte door een openlijken aanval niet was te nemen. Toen ook die beschietingen nief het gewenschte resultaat oplever den, vestigde zich in de maand September 1886 een sterke bende Ot-Danoms benedenstrooms Tewah, waardoor de gemeenschap tusschen deze plaats en onze militaire vestiging te Toejoen verbroken werd. De bezetting van Tewah moest tengevolge van de meerdere activiteit des vijands versterkt worden. Dit gelukte den Becompaier Koessin dezelfde die door den Controleur Bollinger herhaalde malen op verkenning was uitgezonden en daarbij gewond werd die met zijne volgelingen na een lang- durigen en moeielijken tocht door de bosschen Tewah wist te bereiken. Ook het districtshoofd der Kleine Dajak bereikte op gelijke wijze met een 50- tal volgelingen die plaats. Door de versterkingen aan strijders was de vestiging te Tewah verzekerd, hetgeen bleek uit het terugtrekken der vijandelijke Ot- Danomsche bende en uit de gezindheid der benedenstrooms gelegen Bernareesche kampongs, welke zelfs zoo verbeterde, dat de Controleur Bollinger zich den 14en October 1886 ongehinderd naar Tewah kon begeven. De Pretendent-Sultan gaf echter zijn voornemen, om Tewah te doen vallen, niet op en wilde dit nu beproeven door nauwere insluiting en het beletten van allen toevoer van levensmiddelen en munitiën. Daartoe vestigde hij zich in de maand Februari 1887 te Batoe Njiwoek, 4 uur bovenstrooms Tewah, in eene op zijn last gebouwde versterking en liet verder bentings oprichten, bovenstrooms Tewah aan de monding der Soengei Briwit en benedenstrooms even be neden de monding der Soengei Patangan op den linker oever der Kahajan rivier, en bij Soengei Ampit aan de overzijde, welke laatste, eeu open werk, echter niet bezet werd. De versterking bij Toembang Patangan liet hij bezetten door 150 man en wist voorts te bewerken, dat de bevolking der in de nabij heid van Tewah gelegen kampongs weigerde, levensmiddelen aan de bezetting te verkoopen. De toestand dier bezetting werd daardoor onhoudbaar. Het bericht van do insluiting en het dringend verzoek om hulp

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 160