152 der bevolkings-patrouille en der bevolking van Tewah werd den 9ea Maart 1887 te Toejoen ontvangen. De Controleur le klasse "W. E. M. S. Aernout, die nadat inmiddels de Controleur W. Bollinger Overleden was belast was met de tijdelijke waarneming van het bestuur der Dajaklanden, had in de Beneden Kahajan eene bevol kingspatrouille verzameld, om de bezetting van Tewah te versterken en de gemeenschap met die vestiging open te houden. Hij kwam daarmede per Gouvernements-stoomschip „Boni" den 13en Maart 1887 te Toejoen, waar juist het stellige bericht omtrent de insluiting en beschieting van Tewah was ontvangen van zekeren Dambong Pa Randan, die een transport vivres naar Tewah moetende brengen niet ver van de vijandelijke versterking bij Toembang Patangan hevig was beschoten, een gewonde kreeg en dientengevolge genoodzaakt was, onverrichter zake terug te keeren. Op dat bericht besloot de Controleur Aernout met de nieuw samen gestelde bevolkings-patrouille, ruim 90 met geweren gewapenden sterk, onverwijld naar Tewah te trekken, terwijl de Militaire Com mandant te Toejoen een detachement van 6 Europeesche eu 14 Inland- sche militairen onder bevel van den Europeeschen Sergeant Loessl, algemeen stamboek N°. 14991 aanwees om den tocht mede te maken. Aan dat detachement werd een Europeesch ziekenoppasser met ver- bandkist toegevoegd. Elk geweerdragende was van 50 scherpe patronen voorzien terwijl nog 2000 reserve patronen en voor 10 dagen vivres werden medegenomen. De detachements-commandant had de opdracht, den Controleur in mogelijke gevaarlijke oogenblikken te beschermen en de offensieve kracht der bevolkings-patrouille te verhoogen. Des middags van den 14en Maart 1887 vertrok de geheele macht in prauwen van Toejoen en kwam in deD avond te Toembang Danoe. Den 15cn werd Toembang Lampahoeng en den 16en d. a. v. Kwala Koeroen bereikt. Het verdere gedeelte van den tocht voerde door eene streek, waar op eene ontmoeting met den vijand kon worden gerekend. Daarom werden de daken van de prauwen afgenomen en de macht ingedeeld als volgt Als voorhoede gingen 60 man van de bevolkings-patrouille, in 3 prauwen, onder bevel van het districtshoofd van Groote Dajak Demang Anoem Djaja Karsa vooraf; daarop volgden de 3 prauwen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 161