IETS OVER DE VERPLEGING VAN DEN
SOLDAAT TE VELDE.
In de 6e aflevering van het „Indisch militair tijdschrift" van dit
jaar, wordt in het opstelIets over de verpleging van den soldaat
te veldeeen afkeurend oordeel geveld over de wijze, waarop de
soldaat te velde onder sommige omstandigheden verzorgd wordt.
Medicus practicus Militaris bespreekt daarin namelijk de „voe-
dings- en genotmiddelen", waarvoor de soldaat op marsch, bij ma
noeuvres, expeditiën en dergelijke „zelf moet zorgen en die hij ook
zelf moet medenemen om zijn honger te stillen, zoomede den drank,
dien hij mededraagt, om in die omstandigheden zijn dorst te lesschen"
en vestigt daarbij de aandacht op sommige punten, die z. i. verbe
tering behoeven dan wel voorziening vereischen.
Elders is reeds betoogd, en wij zijn het daarmede volkomen eens,
dat de oplossing van quaestiën, betrekking hebbende op de verple
ging van troepen, niet uitsluitend tot de taak der Intendance be
hoort. Ook de Geneeskundige dienst heeft daarmede te maken, maar
voornamelijk ook de troepenofficieromdat deze beter dan iemand
anders met de gewoonten en behoeften van den soldaat bekend is en
onder alle omstandigheden in de eerste plaats als verzorger moet
optreden.
Op het gebied der legerverpleging nu is het laatste woord nog
niet gesproken. Veel is, wel is waar, in de laatste jaren in het
belang van den soldaat gedaan, doch niettemin blijft in die richting
nog een uitgestrekt veld ter bearbeiding over. Elke bijdrage dus,
die strekken kan om tot juiste begrippen te geraken omtrent de wijze,
waarop in de verpleging van den soldaat te velde behoort te worden
voorzien, kan niet anders dan welkom zijn, mits het daarover han
delende kenmerken draagt, van met zaakkennis te zijn geschreven.