160 Op die appreciatie nu kan, naar het ons voorkomt, het opstel van Medicus practicus Mïlitaris geen aanspraak maken. Zijne be schrijving van toestanden vermoedelijk ontleend aan indrukken, die hij bij gelegenheid van enkele excursion heeft gekregen zijn niet altijd even juist en blijkbaar is hij ook niet voldoende op de hoogte der bepalingen, daar hij regelingen voorstelt of aanprijst, die feitelijk reeds bestaan en reglementair zijn voorgeschreven. En aange zien overigens veel in dat opstel gezegd wordt, wat niet onweersproken mag blijven, hebben wij gemeend onze bedenkingen daartegen in de navolgende regelen te moeten uiteenzetten. Yolgen wij daartoe het opstel van Medicus practicus Mïlitaris (dien wij in het vervolg van dit opstel kortheidshalve M. zullen noemen) voor zooveel noodig op den voet en gaan wij vervolgens na, in hoeverre zijne mededeelingen en voorstellen als resultaat van een nauwgezet onderzoek kunnen worden aangemerkt. Zijne beschouwingen omtrent den doelmatigsten drank, om in de veldflesch te worden medegenomen, gaan wij stilzwijgend voorbij, omdat de quaestie zich meer op sanitair terrein beweegt en wij ons als leek niet geroepen achten, daarover een beslist oordeel uit te spreken. Alleen meenen wij niet onopgemerkt te mogen laten dat 49 van het „Voorschrift op den veldienst voor het O. I. leger" voorschrijft, dat de veldflesschen vóór den afmarsch steeds met koffie of tliee ge vuld moeten zijn, terwijl, wanneer uit gebrek aan deze dranken ivater moet worden medegenomen, 48 punt 12 van dat voorschrift waarborgen aan de hand doet, opdat het mede te nemen water zoo zuiver mogelijk zij. Voorts, dat genoemd voorschrift het mede- nemen van geestrijke dranken ten stelligste verbiedt. De voorstelling, die M. van de zaak gegeven heefr, waar hij b. v. zegt, dat den soldaat in het kiezen van den mede te nemen drank volkomen vrijheid wordt gelaten, is niet juist en wat zijn raad betreft, om de veldflesschen met grog te vullen, betwijfelen wij, of dit advies wel algemeenen bijval vinden zal, tenzij bij den soldaat, wanneer althans de toegevoegde hoeveelheid alcohol niet te gering is.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 169