168 In verband daarmede werd de aanwezige troepenmacht den 15 No vember versterkt met nog eeue compagnie van het 3e Bataljon infan terie, welke mede voorzien was van een vivres-voorraad voor de be hoefte van acht dagen. In het geheel waren dus in de Lambaleh-baai (behalve de vaste bezetting van Poeloe-Bras) vereenigd: 28 officieren, 640 minderen en 140 dwangarbeiders, welke luim voorzien waren van vivres voor aclit dagen. Behalve geconserveerd vleesch en spek waren nog eenige slachtossen medegegeven ten einde den troep nu en dan van versch vleesch te kunnen voorzien. Den 15 November scheepte die troepenmacht met achterlating van 70 man zich in, met bestemming naar Lampoejang. De manschappen waren bij embarquement voorzien van een ration brood en spek of gezouten vleesch men had dus voor individueele voedingsmiddelen gezorgdterwijl wegens gebrek aan gelegenheid om aan boord te kooken, het eten voor den volgenden dag gekookt aan boord werd gebracht. Den 16on November werd' voor Lampoejang geankerd, liet debarquement ging, tengevolge van de zware branding, met groote bezwaren gepaard. De manschappen kwamen doornat aan den wal; het vleesch en brood dat zij bij zich hadden (nien had dus weer voor individueele voedingsmiddelen gezorgd) was door het'zeewater niet mer te nuttigen. Yan de op dien dag eu den daaropvolgenden ontscheepte vivreskeukengereedschappen enz. geraakte veel te water en verloren, terwijl van de aaugevoerde rijst het grootste gedeelte door het zee water geheel nat geworden was. Dat onder die omstandigheden wellicht honger zal zijn geleden, willen wij gaarne gelooven maar zulks te wijten aan gemis van individueele voedingsmiddelenzooals M. het wil doen voorkomen, is bepaald onjuist want men had, zooals boven blijkt, daarvoor gezorgd. Te Lampoejang vernam men, dat de hoofdmacht des vijands zich niet daar, maar wel te Oleh-Paja ophield, weshalve besloten werd hem ter laatstgenoemde plaats op te zoeken. Den 18 November marcheerde de troepenmacht derwaarts. Met het oog op het gering aantal dwangaibeiders, waarover beschikt kon

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 177