173
Utrecht (agenten der te Bremen gevestigde fabriek voor came-pum
een kistje ontvangen bevattende eenige pakjes carne-pura, zoomede
mengsels daarvan met andere voedingsmiddelen.
Alvorens die preparaten te doen consumeeren, achtte de toen
malige Commandant van het Leger het evenwel wenschelijk de pakjes
eerst eenigen tijd te doen bewaren.
Bleken de preparaten, na dat procés, niet van toestand veranderd
en dus voor consumptie geschikt te zijn, dan zou het onderzoek naar
hunne bruikbaarheid worden voortgezet.
Inderdaad zijn die conserven toen zes maanden lang bij het De
partement van Oorlog bewaarddoch niettegenstaande ze geplaatst
waren in een bijzonder droog vertrek, bleek het grootste gedeelte
van den voorraad, na verloop van dien tijd, bedorven te zijn. Met
den inhoud van sommige pakjes was zulks reeds het geval nadat ze
tenauwernood drie maanden in Indië waren.
Nu is het wel waar dat, wanneer men die preparaten door af
sluiting van lucht, in dichtgesoldeerde blikken bussen geconserveerd
had, het bederf niet althans niet zoo spoedig zou zijn ingetre
den, doch bij de beoordeeling omtrent de bruikbaarheid van het
carne-pura heeft men zich ook nog de vragen moeten stellen:
of dat vleeschpoeder voldoen zal aan de eischen van eene goede
smakelijke voeding, en
of over de .hoedanigheid der gebezigde grondstof steeds met zeker
heid zou kunnen worden geoordeeld
en aangezien die vragen ontkennend moesten worden beantwoord,
omdat de van carne-pura toebereide spijzen zoowel den reuk als den
smaak onaangenaam aandoen en mogelijke vervalschingen van dat
artikel bovendien zeer moeielijk te constateeren zouden zijn, werd
van verdere proefnemingen met dat product afgezien.
Ook in Nederland is de bruikbaarheid van het carne pura als
vleeschconserve voor het Nederlandsche leger onderzocht. De uitkom
sten der proefneming waren eveneens zeer ongunstig.
Door de commissie, welke in 1882 door den Minister van Oorlog
werd belast met het nemen van proeven met verduurzaamde levens
middelen ten behoeve van het leger, werd namelijk in 1886 over
het genoemde vleeschpoeder o. a. het volgende verslag uitgebracht: