181
van de resultaten der gedurende een geheel jaar, bij verschillende
weersgesteldheid, genomen proeven.
Omtrent het magazijnsvuur zegt het reglement het volgende.
Dit vuur wordt aangewend
le. Door den aanvaller, als laatste voorbereiding tot den storm.
2e. Door den verdediger, tegen den storm van den aanvaller.
3e. Tegen cavalerie en bij plotselinge ontmoeting van den vijand.
4e. Tegen een teruggeslagen vijand.
In al deze gevallen zal de vuurleiding dikwerf geheel of ten deele
ontbreken en de schutter zelf over het gebruik van het magazijn te
beslissen hebben. Opdat hij den magazijnsvoorraad niet op een ver
keerd oogenblik verspille, moet hem geleerd worden, het magazijn
slechts op het beslissend moment of tot afweer van een dreigend
gevaar aan te wenden op de afstanden van 300 tot 800 M. mag
alleen bij uitzondering over dit vuur beschikt worden, als de gele
genheid zich voordoet om zeer gunstige, gedurende een kort tijds
verloop zichtbare doelen te beschieten en overwegingen van tacti-
schen aard een zeer snel vuur noodzakelijk maken.
Gaarne wil ik van deze gelegenheid gebruik maken om eenige
bijzonderheden uit het Duitsche scliietreglement ten beste te geven,
waardoor men een begrip kan verkrjjgen van de opvattingen, die
bij het beste leger der wereld ten opzichte van het schieten der
Infanterie bestaau.
In de eerste plaats is de compagniescommandant verantwoordelijk
voor de opleiding in de schietkunst van officieren, onderofficieren en
minderen der compagnie.
De officieren en onderofficieren moeten de theorie van het schieten
nauwkeurig kennen en voldoende practische bekwaamheid bezitten,
om een wapen te kunnen inschieten en zijne gebreken door proef-
schoten te kunnen bepalen; zij worden voortdurend geoefend in het
aanleggen en mikken, om hunne bekwaamheid te onderhouden en te
volmaken.
De houding van den instructeur is van invloed op de vorderingen
van den manhij moet rekening houden met den persoonlijken, phy-
sieken en moreelen aanleg van den schutter, ten einde hem niet te