10
meer plaatsin de geleverde gevechten had de partij van den Radja
in t geheel 3 dooden en 19 gewonden, terwijl zijne tegenstanders
24 dooden en 38 gewonden bekomen hadden.
Aanvankelijk vernam men, dat de vijandelijke benden, door deze
verliezen ontmoedigd, geheel verspreid waren en dat Ibrahim
Samalan ga met enkele volgelingen naar Per lak was terugge
keerd. Maar in het begin der maand Juni werd bericht, dat hij zich
met eenige andere oproerige hoofden te Selima, nabij Pedawa
bes ar, ophield en opnieuw trachtte volk te verzamelen.
W eldra hadden dan ook weder ongeregeldheden, hoewel op kleine
sehaal, in Edi bes ar en Pedawa plaats; de onruststokers vonden
een veilige wijkplaats op het grondgebied van EdiTjoet en Per lak.
Langs de kust werden eenige prauwen geroofd.
Den 16en Juli werd uit Per lak een inval gedaan in Pedawa,
waai bij eenige huizen verbrand en een paar personen gedood
werden; onder de hoofden der onruststokers werd nu ook de boven
genoemde foekoe Lambaq genoemd, en korten tijd later ook
Toekoe Hoesiu Longbatta.
■Hoe gespannen de toestand ook was, gevechten van eenige be-
teekenis werden niet meer geleverd. De vijandelijke benden bleven
zich voornamelijk in Per lak ophouden.
In den nacht van 9 op 10 September 1885 overviel een 5-tal
vijanden den 1™ luitenant der infanterie A. A. A. M. van Goor,
toen deze, vergezeld van een gewapend en een ongewapend soldaat,
uit de versterking eene ronde deed naar het op eeuigen afstand ge
legen etablissement van den leverancier van levensmiddelengenoemd
officier en een der beide militairen werden bij die gelegenheid gewond.
Weinige dagen later vernam men dat Toekoe Hoesin Long
batta weder naar Groot-Atjeh was vertrokken. Perlak bleef
echter in zijn lijdelijk verzet volharden, ook door eene schuilplaats
te verleenen aan de uit Edi gevluchte kwaadwilligen.
In den loop der maand November deden lieden uit Perlak eindeliik
een inval in Edi besar en Pedawa; in Edi werden daarbij 3
personen gewond, in beide landschappen eenige huizen verbrand.
Van veel beteekenis was deze inval dus nietmaar dat men meer
omvangrijke plannen had, is eenigermate af te leiden uit het feit dat