193
Uit bovenstaand verslag blijkt, dat het aant.al gebeneficieerde We
duwen gedurende het jaar 1886 weder met 28 is vermeerderd; ook
het aantal kinderen is toegenomen en wel met 12. Deze geregelde
vermeerdering der gebeneiicieerden heett eene even geregelde ver
mindering van het kapitaal van het fonds tengevolge gehad, welke,
nog vermeerderd door een verlies op beleeningen, over het jaar 1886
de som van f 54228.58s bedroeg.
Reeds nu is het te vreezen, dat de sedert primo 1887 in werking
getreden verhooging der gewone contributie tot het maximum van
6°/0 niet afdoende zal blijken. Voor zoover kan worden nagegaan,
bedroeg toch het aantal weduwen op 1 Jauuari 1888 reeds 700.
Eene herziening van de grondslagen is dan ook reeds sedert gerui-
meu tijd is overweging.
Verdient het bevestigen van de sabel aan den zadel bij onze
Indische cavalerie aanbeveling zie hul. mil. tijd
schrift6 afl. van dit jaar pay. 714).
Voorzoover aan schrijver dezer regelen bekend, dankt het bevestigen
van de sabel aan den zadel bij de cavalerie van sommige Europeesche
legers (Frankrijk, Italië en Oostenrijk gedeeltelijk) uitsluitend zijn oor
sprong aan de wenschelijkheid om den afgezeten ruiter bij het gevecht
te voet niet in zijne bewegingen te belemmeren, maar geenszins aan do
omstandigheid, dat het paard de sabel gemakkelijker draagt op deze wijze,
dan wanneer zij aan den ruiter bevestigd is. (Vide Roozeboom, hot heden-
daagsche gevecht, lie deel, pag. 23, uitgave van 1885).
De zenuwachtigheid van onze Indische paarden zal door het slingeren
van de sabel niet verergerd worden, mits men de paarden maar steeds op
doelmatige wijze en vooral langzamerhand aan het ongewone van do
slingerende sabel wenne. Die zenuwachtigheid en vooral die van onze
edele Sandelhoutpaarden wordt wel eens te veel als een ondeugd ge
noemd, terwijl bij eene goede en kalme behandeling en eene stelselmatige
africhting van die zenuwachtigheid al heel weinig nadeel wordt onder
vonden; men mag juist bij de kleine taille der Indische paarden waarlijk
wel blijde zijn, dat zij een vurig temperament hebben. Dat een zoo
vurig paard als het op Sandelhout-eiland inheemsche bij te snellen
overgang van zijn halfwilden staat tot den gewonen tammen, in handen
van slechte, dikwijls ongeduldige africhters, bij ruwe behandeling, zware