194
voeding en veelal te weinig arbeid onhandelbaar wordt, kan niemand
verwonderen, maar is geen reden om het ras als oorlogspaard af te
keuren. Een enkel paard moge men niet aan het dragen van de sabel
door den ruiter kunnen gewennen, met overleg en geduld zal men echter
bijna altijd daarin slagen.
Is het al niet noodig, wij gelooven met den schrijver van „het heden-
daagsche gevecht" zelfs niet wenschelijk om ter wille van de paarden de
sabel aan den zadel te bevestigen, dan blijft ons alleen nog over aan te
toonen, dat zulks om andere redenen ook geene aanbeveling verdient.
Wij beginnen daartoe met op te merken, dat aan het bevestigen van de
sabel aan den zadel de volgende nadeelen voor onze Indische cavalerie
verbonden zijn
le. De noodzakelijheid om de karabijn aan den man te bevestigen, ten
einde dezen nimmer geheel weerloos te doen zijn, wanneer zijn paard
valt. Hierdoor ontstaat veel slijtage en wordt de ruiter zeer bemoeilijkt.
Over de slijtage tengevolge van het dragen der karabijn door den ruiter
op den rug sprekende, zegt de generaal von Rosenberg in zijne „Idees
pratiques sur Ie service de la cavalerie": „Mais ce moyen a dans la
„pratique un inconvenient qui empoche de l'adopter, c'est l'usure du vête-
„rnent; un regiment qui partirait ainsi en campagne n'aurait plus, au
„bout de quelque temps, que des uniformes déchirés".
23. De noodzakelijkheid om den ruiter voor diensten te voet in het
garnizoen in vijandelijk land toch een koppel te geven, waaraan de sabel
kan gedragen worden. (Meer uitgaven).
3e. De noodzakelijkheid om op de karabijn een of ander blank wapen
te bevestigen. (Grrootere belasting van de paarden en meer uitgaven.)
4e. De grootere moeilijkheid om de sabel te trekken en op te steken.
5e. Het anti-cavaleristische, zoowel met het oog op de traditie als op
het eigenaardige, dat de wijze van dragen der wapenen bepaald zou wor
den uitsluitend in verband met dat gedeelte van de taak der ruiterij,
hetwelk het minst met haar karakter overeenkomt, waardoor allicht te
veel gewicht aan dat gedeelte kan gehecht worden.
Bovendien stuit men bij onze kleine paarden (dus ook kleine zadels)
op een groote moeilijkheid bij het zoeken naar een geschikte plaats, waar
de sabel bevestigd zou kunnen worden zonder ruiter of paard te hinde
ren. De wijze, waarop bij de Fransche cavalerie de sabel aan den zadel
bevestigd is, vindt men o.a. beschreven in de Revue de Cavalerie van
1885, 3e aflevering bldz. 81; deze wijze van bevestigen zou bij onze
cavalerie voor ruiter en paard zeer lastig zijn. Aan het eenige voor-