228 draad te stelen, is een succes, dat hij vrij wat gemakkelijker op Groot-Afjeh had kunnen behalen. Men moet hem dan ook alle gelegen heid benemen, om met de bezetting in gevecht te komen en deze moet dus in geen geval uitrukken. Want al behaalt de vijand in zulk een gevecht geen succes, dan kan dit toch voor hem eene aan sporing zijn, om den tocht te herhalen in de hoop op een gun stiger afloop. Nog andere voordeelen zijn verbonden aan het door mij voorge- gestane stelsel. Door den handel komt men met de bevolking op vriendschappelijken voet en men verkrijgt zoodoende een beteren spionnendienst. De bevolking wordt welvarend en heeft dus grooter belang bij het weren van rooverbenden, die het op haar eigendom men gemunt hebben. Zij leert dan gaandeweg inzien, dat haar be langen en die van het Gouvernement hand aan hand gaan. Voor dit alles is het echter van groot belang, dat op P. Bras zelf een Inlandsch hoofd is, die de tusschenpersoon kan zijn tusschen het bestuur en de bevolking. Toekoe Nek van Merasa, tot wiens ge bied P. Bras thans beh'oort, oefent feitelijk geen of althans zeer weinig invloed uit. Bovendien moet het Inlandsch hoofd van P. Bras niet op Groot-Atjeh, maar op het eiland zelf wonen en recht streeks staan onder den militairen commandant, die met het civiel bestuur moest belast zijn. Men verwachte niet, dat de aangegeven maatregelen, onmiddellijk en voorgoed tot de algeheele pacificatie van P. Bras zullen leiden, en evenmin, dat, zoodra bekend zal zijn, dat het Gouvernement een of ander voortbrengsel des lands op wil koopen, alle inwoners van van het eiland onmiddellijk hun producten zullen komen te koop aanbieden. De Inlander is niet vlug in het beslissen en is zeer wan trouwend en achterdochtig. Eerst wanneer het stelsel eenigen tijd met tact en zonder kleingeestige zuinigheid is toegepast, kan het geleidelijk vruchten afwerpen. Wel zal het Gouvernement, vooral in den aanvang, zich eenige uitgaven moeten getroosten, en men kan vragenwie staat ons borg, dat het te bereiken resultaat daartegen zal opwegen? Maar evenmin

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 237