246
gekomen, dat men in het gevecht slechts rekenen mag op a
tot van de in vredestijd verkregen treffers.
Behalve dat zij niet hebben gelet op het zeer groote aantal patro
nen dat bij gesneuvelden en gewonden enz. op het slagveld achter
blijft, hebben zij de grove fout begaan van te generaliseeren, waar
niet gegeneraliseerd mocht worden; want die cijfers zijn slechts
gemiddelden over geheele veldslagen of geheele oorlogen en versprei
den dus geen licht hoegenaamd omtrent het aantal treffers, door eene
bepaalde troepenafdeeling, onder bepaalde physieke en moreele omstan
digheden, op een bepaald gevechtsoogenblik aan eenig vijandelijk
troepengedeelte toegebracht. Immers de omstandigheden, waaronder
de onderscheidene in gevecht gewikkelde afdeelingen verkeeren, zijn
verbazend uiteenloopendEnkele worden met succes beschoten,
andere daarentegen lijden weinig of geen verliezen bij sommige is
de vuurleiding goed, bij andere is ze slecht of ontbreekt ze telkens
door het vallen van den leider; eenige zijn uit jonge, slecht geoefen
de soldaten samengesteld, andere uit goede schuttersde kruitdamp
trekt soms naar een der vleugels en belemmert daar het uitzicht
volkomen; de vijandelijke doelen zijn niet alle op dezelfde wijze
opgesteld en gedekt,, enkele zijn ongedekt; het schatten van den
afstand is 'hier gemakkelijk, ginds moeilijk, elders onmogelijk; enz.
Deze beschouwing voert ons weer tot ons motto terug en brengt
ons tevens tot de conclusie, dat de bovenbedoelde gemiddelden nooit
tot grondslag van trefkans-berekeningen kunnen dienen. Zij toonen
alleen aan, dat er in den oorlog ontzaglijk veel schoten verloren
gaan; aangezien dit, behalve van slecht of niet richten, ook van
talrijke andere omstandigheden een gevolg kan zijn, bewijzen zij vol
strekt niet, dat er in het gevecht gewoonlijk niet gericht wordt, zoo
als sommige schrijvers beweren; ook wordt de overtuiging, dat er
wel degelijk gevechtsoogenblikken zijn, waarop de soldaat evengoed
of althans bijna zoo goed schiet als op het oefeningsterrein, door die
cijfers niet aangetast.
Eene andere, door vele krijgsefvarenen opgemerkte en door W.