248
pas ondervonden werden, niettegenstaande de Duitschers daar een uur
lang in positie bleven liggen. Uit deze feiten wordt de gevolgtrek
king gemaakt, dat de Franschen het best schoten op de groote af
standen de Duitschers leerden daardoor zeer spoedig de minder ge"
vaarlijke ruimten zoo mogelijk snel te bezetten, om op die wijze als
het ware onder de bauen van het Chassepot-geweer te komen. Dit
alles brengt AVolozkoi tot het besluit, dat het gemiddelde der gebezigde
élevatiehoeken waarschijnlijk tusschen 4en 4 graad lag.
5o. De officieren, die in den slag bij Iukermann (Krim-oorlog) in
de tirailleurlinie waren, merkten op, dat het vuur der Engelschen,
hetwelk op een bepaalden afstand in de gelederen der Russen zeer
veel verliezen veroorzaakte, oogenschijulijk afnam als de strijdende
partijen elkaar naderden. Yan dezen slag verhaalt de Russische
Generaal Dannenberg„Ik was genoodzaakt, den vijand met de grootst
„mogelijke snelheid te lijf te gaan, daar ik met mijne gladde geweren
„geen stand kon houden tegenover wapenen, die mijne soldaten reeds
„op 1000 a 1500 passen nedervelden; op deze afstanden viel een
„dichte kogelregen.De gemiddelde élevatiehoek moet dus 4
graden zijn geweest.
6o. Over het Fransche vuur in den Alma-slag wordt door een
ooggetuige, den kapitein .Jenischerlow, gezegd: „Daar wij niet in
„staat waren door den dichten kogelregen te dringen, die op bijna eene
„werst (1060 M.) afstand onze colonnes ter aarde wierp, moesten wij
„van den bajonetaanval afzien.
7o, In den Russisch-Turkschen oorlog eindelijk is de opmerking
gemaakt, dat het meerendeel der kogels tusschen 600 en 2000
passen viel.
Al deze verklaringen van onderscheidene personen, leiden Wolozkoi
tot de slotsom, dat de infanterie in het gevecht onder een gemid
delden hoek van 4°. schiet; voorts neemt hij op grond der door
verschillende waarnemers opgedane ondervinding aan, dat de uit
werking van het vuur op de zeer groote en op de kleine afstanden
veel geringer is dan op de daartusschen gelegene, zoodat het groote
meerendeel der banen eenen grooten bundel vormt, waarvan de bovenste
baan op ongeveer 2000 en de onderste op ongeveer 600 passen den
grond treft.