259 volkomen overschaduwen, als: eendrachtige samenwerking tegen den vijand, discipline, goede qualiteit en voldoende quantiteit van vuur wapenen en munitie en geoefendheid in het gebruik daarvan, geld om in alle behoeften te voorzien, leiding van mannen, die eeue speciale krijgskundige opvoeding hebben genoten enz., altemaal zaken, die, ge voegd bij het natuurlijk ontzag, dat de Inlander voor den Europeaan heeft, ons op de meest volkomen wijze het algemeene moreele over wicht verzekeren. Voor den Indischen officier, die in den regel bij ondervinding weet, wat het te beteekenen heeft, in het vijandelijk vuur te verkeeren en die de gelegenheid heeft gehad, de door hem aangevoerde soldaten onder die omstandigheden gade te slaan, zijn de vorenstaande physio- logische mededeeliugen niets anders dan verklaringen van de door het meereudeel persoonlijk verkregen gevechtsindrukken. Den meesten onzer is het bij ervaring bekend, dat de strijd allen zonder uitzondering in een abnormalen gemoedstoestand brengt, die te ongunstiger is, naar mate het individu minder geestkracht bezit om aan den indruk van het oogenblik weerstand te bieden, terwijl die geestkracht niet alleen van de ijormale eigenschappen des persoons afhankelijk is, maar ook door verschillende tijdelijke invloeden als afgematheid, ongesteldheid, honger, dorst e. a. verdoofd, door andere daarentegen opgewekt kan worden. Neemt men, bij hetgeen hierboven over het moreele overwicht is gezegd, nog in aanmerking dat het vuur van den Inlandschen vijand in kracht ver achterstaat bij dat van een Europeeschen vijand en in zeer vele gevallen weinig te beteekenen heeft, dan ziet men in, dat het in veel geringere mate oorzaak zal zijn van slecht of niet richten, en komt men tot het besluit, dat een juist schietend wapen met doelmatige richtmiddelen voor ons leger eene veel grootere waarde heeft dan voor een Europeesch. Soms wordt beweerd, dat het juistheklsschieten geen waarde heeft, alweer omdat er in den oorlog toch niet gericht wordthierbij beroept men zich dan gewoonlijk op de hiervoren medegedeelde cijfers en verklaringen, waaromtrent ik mijne meening reeds heb gezegd. Gaarne geef ik toe, dat er gevechtsmomenten kunnen zijn, waarin de soldaat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 268