263 De inrichting van den vuurmond en de munitie kwam in hoofd zaken overeen met die van het ten vorigen jare beproefde materieel de affuit is een veldaffuit, waarop de vuurmond zoodanig bevestigd is, dat de as der tappen zoowel om een horizontale als om een ver ticale as beweegbaar is; een rembalk, dwars onder het affuitlijf tegen de raden werkende, maakt het mogelijk het recul zoo goed als ge heel op to heffen, een boven en onder de as aangebrachte ijzeren plaat beschermt de bediening, bestaande uit 2 man behalve de mu nitie-aanbrengers, tegen geweervuur. De affuit wordt vervoerd met een voorwagen, waaraan ze met een vast oog over een niet beweegbare pin wordt verbondeneen koppel ketting voorkomt de scheiding van voor- en achterstel. Aan de voor- wagenkist kunnen verscheidene pioniergereedschappen geborgen worden. Het geheel is bestemd om met een achterspan en één voorpaard, dit laatste trekkende aan een voorzwengel, vervoerd te worden. De aanvankelijke snelheid en de gasdruk werden gemeten met Ned. buskruit [6 10] en met Nordenfelt-kruit, een kruitsoort, in uiterlijke kenteekenen vrij wel overeenkomende met onze grofkorrelige soorten en met een korrelgrootte tusschen onze soorten [6 10] en [10 13], De uitkomsten met beide soorten waren vrij gelijk; de aanvankelijke snelheid bedroeg nagenoeg 450 M., de gasdruk 1700 a 1800 atmos feren. De verschillen in snelheid tusschen het eene schot en het andere waren zeer belangrijk en de trefkans bleek dan ook geringer te zijn dan vóór den aanvang der proeven van een 36 kalibers langen vuurmond met vrij groote aanvankelijke snelheid werd verwacht. Naar aauleiding daarvan werd ook gasdruk en snelheid gemeten met bus kruit N°. 1wel waren de verschillen in snelheid daarbij geringer, doch de gasdruk was hooger dan mag worden toegelaten, zelfs bij een lading die ongeveer 100 M. minder snelheid gaf. Bij het schieten met exercitie-projectielen bleek de trefkans bij het snelvuur slechts zeer weinig achter te staan bij die van het lang zame vuur. Bij het schieten met springprojectielen bleek: 1° De indringingskracht der granaatkartets- en kartetskogels is ruim voldoende. 2°. De uitwerking van het snelvuur, opzethoogte en tempeering

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 272