264 eenmaal bekend zijnde, staat niet achter bij die van het langzame vuuraanwijzing genoeg om de groote kracht van dit wapen niet te zoeken in het juist treffen van het mikpunt, maar in het brengen van een groot aantal kogels en scherven in de nabijheid van het mikpunt in ongeloofelijk korten tijd. 3°. De werking der tijdbuizen laat te wenschen over. 4°. De uitwerking van het kartetsvuur is op den afstand van 200 M. verpletterend. De opmerking sub 3 gaf' den vertegenwoordigers der firma, die bij het vuren aanwezig waren, aanleiding tot het verzoek eenige nieuwe .tijdbuizen van betere constructie ter beproeving te mogen ontbieden, welk aanbod werd aangenomen Tot nu werden echter geene andere tijdbuizen ontvangen. Ten aanzien van het herhaald gebruik van kardoeshulzen werd opgemerkt dat een huls, na elfmaal gebruikt te zijn, nog volkomen bekwaam was, zonder eenige bewerking te hebben ondergaan. Tengevolge van vuil worden door verhard kruitslijm en het in waaien van zand was het sluiten van den vuurmond soms moeilijk na reiniging en insmeren met olie was het mechanisme weder goed gangbaar. Jiocht op grond van de genomen proeven aan dezen vuurmond een zeer hooge waarde worden toegekend voor de verdediging van een acces, t-och kon de commissie van Indische officieren dien, even min als vroeger het kanon van 57 mM onvoorwaardelijk aanbevelen als eenige bewapening zonder ander geschut daarneven voor de posten in Atjeh; de uitwerking der granaat van het thans beproefde kaliber, slechts 1.5 KG. wegende, is daartoe te gering. Voorts is dit kanon met de affuit veel te zwaar om, zoo daarvan ooit sprake mocht wezen, als mobiel geschut aan het veldleger te worden toe gevoegd. Achtte dus die commissie noch de eene, noch de andere der door haar beproefde combinatiën van Nordenfelt-kanon en affuit als eenige bewapening der posten in Atjeh geschikt, toch zijn, naar haar oor deel, aan het stelsel Kordenfelt zulke overwegende voordeelen ver bonden, dat zij een nader technisch en tactisch onderzoek van dat stelsel in Indië zelf dringend aanbeval. Van het door meergenoemde

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 273