281
versterkingskunst leert kennen voor het gebruik in de verdedigingslinie
en daarachter.
Schets de profielen dier loopgraven.
Schets het profiel van een veldwerk, welks borstwering 1.7 M. hoogte
en 3 M. dikte heeft. (3/4 uur.)
2. Met welk doel worden hindernissen en beletselen aangebracht, aan
welke algemeene vereischten moeten zij voldoen? Welke hindernissen
van hout en van hout en ijzer kunnen in Indiö worden gebruikt en waar-
worden zij, bij werken en stellingen zoowel tegen den Europeeschen als
Inlandschen vijand, bij voorkeur in toepassing gebracht? (1 uur.)
3. Hoe geschiedt het traceeren en profileeren van een veldwerk. Toe te
lichten door een voorbeeld van een veldwerk van eenvoudig tracé.(1/2 uur.)
4. Geef een profiel van een hoofdwal eener vesting met eene korte
beredeneerde afleiding der gekozen afmetingen. De wal moet geschikt zijn
voor de opstelling van geschut. (1/2 uur.)
5. Geef door liniaire schetsen een algemeen denkbeeld van de ver
schillende wijzen van grachtsverdediging door geschut- en geweervuur,
bij permanente werken; welke voor- en nadeelen zijn aan ieder dier ver
schillende methoden verbonden? (3/4 uur.)
6. Geef een denkbeeld van de insluiting, als aanvalswijze tegen eene
groote vesting, en van de maatregelen die de aanvaller behoort te nemen
om aan uitvallen op groote schaal weerstand te bieden. (3/4 uur.)
B. Intendance Cursus.
Natuurkunde.
1. Wat verstaat men door specifiek gewicht? Hoe wordt dat van
vaste stoffen bepaald? (55 minuten.)
2. Welke soorten van kwikbarometers heeft men Beschrijf en verklaar
ze. Waarvoor worden ze gebruikt? (55 minuten.)
3. Op welke theorie berust de inrichting der thermometers? Beschrijf
de verschillende soorten. Welk gebruik maakt men van de thermometers?
(55 minuten.)
4. Wat verstaat men onder soortelijke en onder gebonden warmte en
hoe worden die bepaald? (55 minuten.)
5. Welke hoofdsoorten van pompon heeft men voor drupvormige
vloeistoffen
Beschrijf de voornaamste toepassingen. (55 minuten.)