298 ware gevaar zou daarin gelegen zijn dat men bij organieke voor zieningen te veel gerekend had op de eventueele bijdrage tot de werkdadige krijgsmacht. (1) „Ik ben wel bevreesd, dat mijne denkbeelden betrekkelijk de waar de der hulptroepen tegen veler meening zullen strijden en evenwel berust mijn gevoelen niet bloot op persoonlijke, aanschouwelijke onder vinding, maar ik geloof mij ook te mogen beroepen op de algemeene ondervinding, welke uit de geschiedenis van den oorlog óp Java te putten is: de meeste noodlottige accidenten van dien oorlog zijn aan het aanwezen en het toedoen van zoodanige hulpbenden te wijten geweest. (2) „Ik heb daarentegen reeds gezegd, hoe ik de volle overtuiging had, dat de inboorling van Hindostan, en in het-algemeen van de West van Indië, individueel niet bestand is tegen eenen inboorling van dezen Archipel en hetgeen ik van hem gezien heb, opgenomen in de gelederen ik zal maar noemen bij de djajang-secars heeft mij geen hooger denkbeeld gegeven van hun bestaan en corps. „Men denke ook uiet, dat ik de vergelijking bepaal tot den Sipahi met den zoogenaamden Amboiuees of met manschappen van eenen soortgelijken landaard die, organiek althans, beschouwd worden van hoogere inborst te zijn. Den inboorling van Java stel ik geenszins op den achtergrouden hier zal ik weder een gevestigd gevoelen aanranden, wanneer ik dezen ook niet minder acht dan den Amboiuees of, liever, dan den inboorling der Moluksehe en Celebes-eilanden. „Ik betwist niet, dat eene goed samengestelde, zoogenaamde Am- boineesche compagnie de voorkeur verdient boven de zoogenaamde inlandsche compagnieënmaar wel, dat de reden daarvan in den volks aard of in de inborst zoude geiegen zijn. (1) Aanteekening als boven. „De generaal Miohiels heeft het strijdperk, in do plannen tot verdediging van Java aan de Javaansohe ongeregelde troepen aangewezen, waarschjjnljjk niet gekend, hij zou er dan dit oordeel niet over geveld hebben." (2) Aanteekening als boven. „Vooreerst kan ik mij niet herinneren, dat de geregelde Madureesche en Sumauapsche hulptroepen oorzaak van zoodanige accidenten zijn geweest; en ten tweede zijn, in dio gevallen, de ongeregelde hulpbenden niet gebezigd zooals thans in de memoriën van Java's verdediging is aangegevende vergelijking is alzoo niet gangbaar."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 307