302 noch tot de waardigheid, noch tot de attributen van den Landvoogd, die, den Vorst in deze gewesten vertegenwoordigende, steeds de Oppermacht in rang, boven den opperbevelhebber van land- of zee macht zoude behoudenmaar wat meer gevoelig het militair gemoed moet kwetsen, dat is het lager standpunt den Commandant van het Indisch leger aangewezen in de overige organieke samenstelling van het staatslichaam. Hoewel deze het commando van het personeel en al de werkzaamheden en administratieve verantwoordelijkheid van eenen Minister van Oorlog vereenigt, heeft hij stem noch zitting in den staatsraadniettegenstaande hij alle oogenblikken geroepen kan worden om de dierbaarste belangen vau den staat, ja zelfs het. politiek bestaan daarvan te verdedigen, wordt hij buiten alle politieke be moeienis gehouden; hij blijft vreemd aan de werktuigelijke en staat kundige drijfveeren van bestuur, waarvan de kennis hem niettemin zoo onontbeerlijk wordt in het oogenblik van gevaar. „De ondergeschikte verhouding, waarin de chef van het leger gestold is, is dan strijdig met de ware belangen van den dienst, wanneer men zelfs buiten aanmerking wilde laten dat het leger waarvan, gelijk ik vermeen te hebben aangetoond, meer dan elders het behoud van het staatsbestuur zelf afhankelijk is, geheel buiten voorspraak van de regeering gelaten wordtIk wil, ik mag het gevoelen niet smoren, dat zonder eene voorziening in deze, zoo voorname aangelegen heid, hot best samengestelde leger een lichaam zonder ziel zal blijven." Medegedeeld door E. B Kielstra.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 311