307 voorraad benoodigde, voldoende verzekerd kon worden. Het wa9 haar toch bekend, dat de bereiding en het in den handel brengen van het „came puradoor Dr. Meinert, in 1881, was overgedragen aan eene te Bremen gevestigde maatschappij, welke voorloopig twee fabrieken had opgericht. De eerste, gevestigd te Buenos-Ayres, was bestemd voor het vervaardigen van het zuivere vleeschmeel, terwijl de tweede te Berlijn uitsluitend diende tot de bereiding van de verschillende praeparaten, waarvan het came pura'" het hoofd bestanddeel uitmaakt, als vleeschgroentesoep (erwten, boonen en linzen), vleeschbroodsoep, enz. De hierbedoelde proeven, naar de hoedanigheid als voedsel van het „carne pura", werden o. a. genomen met: 1°. Twee monsters onvermengd en niet geperst vleeschmeel, elk van 100 G\, verpakt in eene vierkante huls. 2°. Twee monsters „Patent-Fleischgemüse", elk van 125 G., be staande uit carne pura", het eerste met boonen-, het tweede met erwtenmeelbeide tot cylindervormige patronen geperst en eerst in bladtin en daarna in gewoon papier verpakt. 3°. Een monster „Patent-Fleischbrotsuppe", in vorm en verpak king overeenkomende met de onder 2° genoemde monsters, doch waarin, in plaats van boonen- of erwtenmeel, brood aan het vleesch meel was toegevoegd. De uitkomsten der proefneming waren intusschen zeer ongunstig. Hoewel de monsters met de meeste zorg en geheel overeenkomstig de op de etiquetten aangegeven gebruiksaanwijzing werden toebereid, leverden zij, zonder onderscheid, eene hoogst onsmakelijke spijs op, welke bovendien een zeer onaangenamen reuk verspreidde. Het ge bruik daarvan wekte dan ook een sterken tegenzin op, die slechts met moeite kon wordeu overwonnen. De later herhaalde proeven met andere monsters, die, evenals de eerstgenoemden, naar behooren voorzien waren zoowel van het fa brieksmerk, als van de handteekening van den met de controle be lasten scheikundige, leverden dezelfde ongunstige resultaten op. Ten aanzien der duurzaamheid van het hierbedoelde vleeschmeel, bleek het der commissie, dat de bewering als zoude het niet sa mengeperste carne pura", zelfs onder ongunstige omstandigheden,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 316