323
De meest bruikbare, tot beden uitgevonden afstandmeters zijn
die van liedier, Boulengé en Labbez. Zij berusten op de wetten van
de snelheid van het geluid of op meting van eene meer of minder
groote basis met aangelegen hoeken.
Het eenvoudigste instrument, dat men voor meten van afstanden
kan bezigen, is het gewone zakhorloge, welks onrust in de seconde
5 schommelingen maakt. Daar nu het geluid in de seconde 333^
M. aflegt komt op eiken tik van de onrust een afstand van 66| M.
in ronde cijfers 70 M. Men telt dus de tikken, die verloopen tusschen
het zien van de losbranding eu het hooren van den knal en verme
nigvuldigt het aantal waargenomen slagen met 70 M. Bij eenige
oefening kan men op deze wijze nauwkeurig schatten; inde practijk
heeft men er echter in den regel weinig aan, omdat het knallen van
andere geweren, het springen van granaten enz. tot valsche waar
neming leidt of wel de waarneming geheel onmogelijk maakt.
De afstandmeter van Redier is niets anders als een horloge, waar
bij den waarnemer echter de moeite van het tellen bespaard wordt.
Het horloge wordt bij het zien van het schot aan den gang gebracht
door op een hefboom te drukken, dien men bij het hooren van den
knal weer loslaat. Men kan dan op net horloge aflezen hoeveel
tijd het geluid noodig gehad hoeft om den waarnemer te bereiken
hiermede weet men dan tevens den a.fstand.
Hetzelfde denkbeeld ligt ten grondslag aan den afstandmeter van
Boulengé. Eene beschrijving van de inrichting en het gebruik van
dit instrument, dat bij de Indische infanterie wordt gebezigd en
waarvan elke compagnie van een veldbataljon er twee bezit ook
de cavalerie heeft er twee per veldeskadron zal hier niet behoeven
te worden gegevenwij kunnen daartoe verwijzen naar de Algemeene
Order N°. 17 van 1882. Wij merken alleen op dat het voordeel
van dezen afstandmeter, dat men er geen berekeningen bij noodig
heeft, doch den afstand terstond op de verdeelde schaal afleest, met
de onlangs gewijzigde vizierindeeling onzer Beaumont-geweren voor
ons verloren is gegaan. De schaal toch geeft den afstand aan in de
oude infanterie-passen van 0,63 M., terwijl het vizier op eeue afstand
schatting in meters is ingericht, zoodat men nu vooraf eiken op het
instrument afgelezen afstand met 0,63 moet vermenigvuldigen om de