326 is op het instrument zelf gemaakt; men leest de afstanden recht streeks in meters af. In Duitschland zijn dergelijke afstandmeters wegens hunne weinige bruikbaarheid te velde, alleen bij den vestingdienst en bij de kust- artillerie in gebruik. Men past daar voor het gewone gevecht de volgende hulpmiddelen toe. Bij verdedigende stellingen worden de afstanden tot de belang rijkste voorgelegen punten afgepast of opgemeten. Bezit men goede detailkaarten, wat in het eigen land verwacht kan worden, dan wordt het vinden van den afstand zeer vergemakkelijkt. Men kan dan met behulp van de eene of andere verdeelde maat, in verband met de schaal der kaart, den afstand nauwkeurig berekenen. Heeft men een zoogenaamden cartometer, die naar de schaal der kaart is ingericht of daarop kan worden gesteld, dan wordt het vraag stuk nog eenvoudiger; men leest dan den afstand aanstonds af; bij cartometers, die niet voor eene bepaalde schaal zijn ingericht, maar alleen den afstand op de kaart zelf vermelden, moet men dien afstand natuurlijk weder berekenen, in verband met de schaal. Een ander middel om den afstand te weten te komen is het in schieten. Hiertoe is vooral de artillerie met hare granaten in staat; de infanterie zelf kan zich slechts in sommige, bijzonder gunstige omstandigheden met haar eigen vuurwapen inschieten. Het kanon is de beste afstandmeter. Moet de infanterie zich zelf inschieten, dan doet zij dit op dezelfde wijze als de artillerie, nl. door het doel tusschen twee grenzen te nemen en die grenzen te vernauwen, totdat men het juiste vizier heeft. Dit inschieten is zeer lastig en kan alleen geschieden bij een zandig terrein en heldere lucht. Een goeden kijker heeft men er bij noodig om de plaats der aanslageu van het salvo te kunnen zienmen moet bovendien zorgen zoodanig te gaan staan dat men niet door den kruit damp gehinderd wordt. Dikwijls zal men meer aan de beweging in het beschoten doel zelf kunnen zien, of men goed schat, dan aan de aanslagen. Troepen, die tot versterking of aflossing in eene stelling rukken, moeten het vizier van de in stelling zijnden overnemen. Een ander middel vindt men in het wapen zelf en wel in de vizierkorrel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 335