33ö de invloed van verlichtiog en gesteldheid van het terrein op hetgeen men op verschillende afstanden van het doel onderscheidt. Daarna laat men de manschappen volgens deze methode afstan den schatten. Nadat de manschappen op vorenstaande wijze voldoende geoefend zijn, zullen de beide methoden in ruimeren zin worden toegepast De onderwijzer geeft daartoe aau den geleider van de afstandsgroep eene schriftelijke opgaaf van de afstanden, waarop deze troep zich in de aangewezen richting achtereenvolgens plaatsen moet en houdt daarvan afschrift. De waarnemingstroep maakt front achterwaarts, totdat de afstands troep op den vooraf bepaalden afstand gekomen is. Intusschen bespreekt de onderwijzer met de manschappen de om standigheden, welke in het gegeven geval van invloed kunnen zijn op de schatting. Hij plaatst zich vervolgens op eenigen afstand van den waarnemings troep, laat de manschappen om beurten bij zich komen, den afstand schatten, daarnaar hun vizier regelen en mededeelen op welke doelen zij, op dien afstand, nog mogen vuren. Hij kan daarbij eenige manschappen den afstand doen schatten door middel van de korrel en nu en dan door het waarnemen van den tijd tusschen het zien en het hooren van het schot. In het laatste geval moeten één of meer manschappeu van den afstandstroep van losse patronen voorzien zijn. De onderwijzer teekent de schatting van eiken man op, deelt, wanneer allen geschat hebben, den waren afstand mede en doet de opmerkingen, waartoe de schattingen hem aanleiding geven. De afstandstroep begeeft zich op een teeken van den onderwijzer naar een anderen afstand en de oefening wordt op soorrgelijke wijze vervolgd. Bij ons Indisch voorschrift heeft blijkbaar een geheel andere geest voorgezeten als bij het Nederlandsche. In het nieuwe „Schietvoorschrift der Infanterie," uitgave 1888, vinden wij geen afzonderlijk hoofdstuk aan het schatten van afstanden gewijd, zooals dit in het oude voorschrift het geval was en, gelijk wij boven zagen, ook in Nederland. Het voornaamste, op dit onderwerp betrekking hebbende, wordt bij de schietregels vermeld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 339