350
van deze wijziging der munitie, evenals van de vorige, wegens be
zwaren van overwegenden aard zullen moeten afzien.
Zoo onze vizierindeeling bij de nieuwe patroon gehandhaafd kon
blijven, zouden we zonder eenig voorbehoud tot de invoering kunnen
overgaan, indien die munitie namelijk genoegzaam bestand toonde
te zijn tegen het Indisch klimaat, om eenigszins langdurig in de
magazijnen te kunnen worden opgelegd.
OnwilDkeurig rijst de vraag, of de ook om andere bekende re
denen zoozeer gewenschte bajonetverkorting geen middel zou kun
nen zijn tot het behoud der indeeling? Men weet immers, dat onze
bajonet behalve eene eenigszins linksche eene sterk boven-
waartsche afwijking van den kogel teweegbrengt; als de bajonet
korter is, wordt die afwijking waarschijnlijk geringer en misschien
wel zóó gering, dat de schootshoeken in voldoende mate kleiner worden
Deze illusie vervliegt echter terstond in rook, als men het volgende
overweegt: Uit Nederlandsche proeven is gebleken, dat met bajonet
de uitvaartshoek 8'8" grooter is dan zonder bajonet, m. a. w. dat
de bajonet de uitvaartsrichting als het ware 8' en 8" omhoogslaat
en dat men dus, door de bajonet af te nemen, de schootshoeken 8'8"
kleiner maakt.
Op grond van de omstandigheid, dat men in Nederland de vizier
indeeling ongewijzigd laat, kan aangenomen worden, dat de bajonet
opslag bij de nieuwe patroon dezelfde gebleven is; ook is het waar
schijnlijk, dat bij eene eventueele beproeving in Indië, vermoedelijk
eveneens 8'8" bedragen zal, zoodat ook hier het afnemen der bajonet
den schootshoek evenveel verkleinen zou. Vestigt men nu nogmaals
zijne aandacht op de in den aanvang van dit opstel gegeven ver
schillen der vizierhoeken, dan zal men ook in verband met het
geen over den trillingshoek is gezegd zien, dat zelfs het geheel
wegnemen der bajonet niet voldoende is om de schootshoeken ge
noeg te verkleinen en dat dus door bajonetverkorting dit doel nog
veel minder bereikt zal worden. Voorts leidt het met den afstand
toenemen der evenbedoelde hoekverschillen tot de gevolgtrekking, dat
de constante gemiddelde bajonetopslag, hoegroot die dan ook wezen
moge, nimmer tot eene rationeele oplossing dezer quaestie zal kun
nen voeren.