- 358
sedert meer dan 10 jaren in de meeste Europeesche legers plaats
vonden, In Nederland had men reeds sedeit 1875 gebroken met het
verouderd stelsel, om groote troepenafdeelingen jaar in jaar uit te
vereenigen in hetzelfde „kamp", dat met zijn omstreken geene enkele
verrassing meer kon aanbieden aan hem, die er eenmaal de oefe
ningen had bijgewoond, en waar de uitgevoerde onderstellingen met
de voorafgaande marschen en de daaropvolgende schijngevechten even
veel op den werkelijken oorlog geleken, als de huizen, die onze kin
deren optrekken met de blokjes hunner bouwdoozen, op een werke
lijk gebouw. In genoemd jaar was men in ons vaderland overgegaan
tot het stelsel der „groote manoeuvres", waarbij de werkelijke oorlog
zooveel doenlijk werd nagebootst zoowel bij de mobilisatie en de or
ganisatie der troepenverbanden en bij de verpleging en legering, als
bij de marschen en ontmoetingen op telkens veranderend en onbekend
terrein. Moeielijk en meermalen teleurstellend was de uitvoering in
den eersten tijd en velen bleven geruimen tijd twijfelen aan de le
vensvatbaarheid Van het stelsel. Maar gaandeweg ging men voor
uit en de goede vruchten, die de nieuwe oefeningen reeds spoedig
afwierpen, overtuigden weldra iedereen van haar onmiskenbaar nut. (1)
Het reeds oude voorbeeld van ons vaderlandwaar men toch ook
niet over ijs van één nacht gaat, had, dunkt ons, ook de meest wei
felenden in Indië wel eenigszins mogen gerust stellen. Toch zag
men hier niet algemeen met instemming het tijdstip naderen, waarop
voor het eerst de manoeuvres zouden plaats hebben. Van alle zijden
hoorde men bezwaren opperen zelfs onder hendie pas hunne car
rière hadden begonnen en die van de groote taak, die op het leger rust,
nog slechts wisten wat hun studieboeken en eeuige exercitiën hun
hadden kunnen leeren. Enkele couranten deden soms ijverig mede,
zonder dat men daarin ooit een bemoedigend woord las. 't Was
of het Indisch legerdat toch niet tegen grootsche en stoute daden
opziet, getuige zijne roemrijke geschiedenis, op het punt der manoeu
vres wankelmoedig was geworden.
Sommigen men leze o. a. het hoofdartikel in de Java-Bode van
28 Juni achtten de tactische ontwikkeling van ons leger nog on-
(1). Zie de belangrijke voordracht, op 26 April 1888 in de Vereeniging tot be
oefening der krijgswetenschap gehouden door den Bitmeester W. E. A. Wüpperman.