359
voldoende en wilden begrijpe wie'1 begrijpen kan! dergelijke
oefeningen nog niet doen houden, omdat zij nog nimmer in Indië
gehouden waren. Men moet toch eenmaal leeren zwemmen en kan
maar niet wachten met te water te gaan tot men het kanAnderen
vreesden, dat de beri-beri te groote slachtingen had aangericht, om
nog eene voldoend sterke macht, tegen vermoeienissen gehardop
het terrein te kunnen brengen. Maar de wonden, die deze vreese-
lijke ziekte ons toebrengt, worden immers voor een goed deel ge
heeld door de grooie aanvulling der laatste jaren, die zelfs tot een
zeer belangrijk overcompleet geleid heeft. Weer anderen achtten
die oefeningen onnoodig, omdat ons leger zooveel practische kennis
opdoet op expeditiën en voortdurend nog te Atjeh. Maar welk groot
deel van het leger ook van het jongere gedeelte van het officiers-
korps mist die ondervinding nog ten eenenmale En dan: is de on
dervinding, die althans een groot deel van het garnizoen van Atjeh in de
laatste jaren opdoet, werkelijk zoo afdoend? Wat leert men daar
van mobilisatie, van marcheeren, van zich behelpen op bivaks? En hoe
weinig talrijk zijn de gevechtenwaarbij men iets leert! Bovendien 'fok
op welke expeditie leert menwat wij noodig hebben bij den strijd
tegen een buitenlandscheu vijand? Eu eindelijk nog de vraag: is
oefening dan overbodig voor hem, die eenmaal iets geleerd heeft? c r
Men zou evengoed het exerceeren kunnen afschaffen voor de korpsen,
die daarin goed bedreven zijn. '_JL
De opgesomde bezwaren zouden wij kuunen noemen: de reusach-
r
tige algemeenheden. Dan, vooral toen algemeen bekend werd waar
de manoeuvres zouden gehouden worden en welke korpsen daaraan
zouden deelnemen, kwamen de kleinere ongerustheden van meer
bijzonderen aard. Zij werden in den meest verscheiden vorm geuit,
te veel om op te noemen.
Wat het terrein betreft, opperde men de bezwaren van ongezond- p
heid als gevolg der lage temperatuur; van te groote inspanning,
die men van de troepen zou eischen bij de marschen in het moeie-
lijk bergterreinja zelfs van de moeielijkheid der opperste leiding,
wilde men het gevaar voorkomen, dat in zulk geaccidenteerd terrein de
colonnes elkander ODgemerkt zouden voorbijtrekken en het van te voren
beraamd plan eener ontmoeting daardoor somtijds zou worden verijdeld.
a, fl
i