362 - kunnen, wat de tegenpartij zal doen. Dit karakter dragen dikwijls de manoeuvres in de nabijheid der garnizoenen, waar het terrein slechts een zeer beperkt aantal onderstellingen toelaat. Maar in den oorlog is alles andersdaar heeft men zich een plan gevormd, maar men is alles zeker behalve zeker, of het uitvoerbaar zal blijken; daar weet men weinig van 's vijands voornemens en vindt zich dus meermalen plot seling geplaatst tegenover eene tegenpartij in opmarsch of in stelling; daar heeft men het gevechtsterrein meestal nooit geziendaar moet dan ook snel en beslist gehandeld worden en zijn de seconden ge teld, die aan de commandanten zijn gelaten om te beslissen, welke maatregelen zij zullen nemen. En zoo behoort het ook zooveel mogelijk bij de manoeuvres te geschieden en is het ook geschied. Dit alles werkt samen, om in den werkelijken oorlog het verloop van een gevecht minder gekunsteld te maken, dan sommige theoretici wel zouden wenschen, getuige dikwijls de uitgeoefende critiek over oorlogshandelingen. En daarin schuilt juist een deel van het onbe twistbaar nut van groote manoeuvres, dat dit kenmerk van de werke lijkheid „de eenvoudigheid' van de inleiding en doorvoering van het gevecht" bewaard blijft. Zelfs bij de uitvoering der eenvoudige ge- vechtsdispositiën, blijft de gevechtsleiding voor de aanvoerders nog eene zware taak. Het bewaren der tactische verbanden bij de snelle ontwikkeling uit de marschcolonne of bij het brengen van noodzake lijke wijzigingen in de opstelling; het aanwenden der krachten naar verhouding tor het beoogde resultaat; het in de hand houden van voldoende reservenhet onderkennen van 's vijands oogmerk en bij dat alles: het niet ingrijpen in de mate van zelfstandigheid, die den onderbevelhebbers moet worden gelaten dit alles is toch reeds moei lijk genoeg. Slechts het verslag der gehouden manoeuvres kan antwoord geven op de vraag, in hoeverre in de verschillende omstandigheden door ieder beter had kunnen gehandeld zijn. Natuurlijk zullen er fouten begaan zijn en hot is leerzaam, die te kennen. Maar wij herhalen het: in het algemeen gelooven wjj niet, dat de door ons gehouden oefeningen uit een tactisch oogpunt achterstaan bij die, welke wij van andere legers lazen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 371