368 Wat do sterkte der troepenkorpsen betreft, die aan de oefeningen deel namen, deze was zeer voldoende Bataljons van ongeveer 500 man, een eskadron op oorlogsterkte, batterijen ieder van vier stukken en verder voorzien van een groot deel van den gevechtatrein, eene compagnie genietroepen van 100 manwij mogen wenschen op onze expeditiën nooit zwakkere afdeeliugeu te velde te brengen. En dat de beri-beri ons leger nog niet geheel onslagvaardig heeft gemaakt, dat bewezen de groote vermoeienissen, die de troepen door stonden en het zeer gering aantal achterblijvers. Steeds toch was van iedere partij een half bataljon1/i der sterkte aan Infanterie op voorpostenmeestal werden drie dagen achtereen aaii oefeningen besteed, alvorens een rustdag werd gegeven; op vijf dagen werden groote manoeuvres door alle troepen gehouden, waarbij de troepen niet vóór 2 3 uur n. m. in de legerplaatsen terugkeerdeneenmaal werd zelfs door alle troepen gedurende den nacht op het gevechtsterrein gebivakkeerdop drie dagen werden partieele oefeningen gehouden en eindelijk werd nog één dag ingenomen door eene groote revue over de gezamenlijke macht. Gedurende den tijd, dat do troepen ge concentreerd waren 16 tot en met 27 Augustus weiden dus slechts drie rustdagen gegeven, zoodat met recht, kan gezegd wordeu, dat de troepen op schitterende wijze zeer belangrijke vermoeienissen doorstaan hebben. Yerblijdend voor ieder was reeds in de eerste dagen het lage ziekte- cijfer. Uit den aard der zaak deden bij sommigeu oude verzwegen kwalen zich weldra na de eerste marschen gevoelenook deden zich enkele gevallen van zware koortsen en buikziekte voor. Maar ziek tegevallen, die bepaald aan de lage temperatuur dezer 8500 tot 4500 voet hooge bergstreek of aan al te groote vermoeienis moesten toe geschreven worden, bleven zeer zeldzaam, waartoe ook zeker de gunstige weersgesteldheid maar eenmaal regende het noemens waard het hare bijbracht. Bij iederen troep, die gemobiliseerd wordt en zware marschen te maken heett, valt al zeer spoedig een zeker percent der zwakkeren af. Ook de veranderde voeding en de minder goede legering zijn oorzaken van een ongunstiger gezondheids toestand dan in het garnizoen. Gaat men echter na, dat de Genie troepen ïuim drie, de overige korpsen twee weken uit hun garnizoenen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 372