366 postendienst bij naoht zeer zelden beoefend. Ook de ontwikkeling tot het gevecht, dikwijls onverwachts bij het stooten op den vjjand en onder diens vuur, droeg voor de Infanterie het karakter van ernst. Omdat men dikwijls weinig of niet voorbereid uit de marschcolonnes tot de gevechtsformatie moest overgaan, liet die ontwikkeling wel eens aan stelselmatigheid iets te wenschen over. Het tactisch verband ging daardoor wel eens verloren en onderdeelen van verschillende compagnieën en bataljons namen somtijds door elkander plaats in de gcvechfslinie, maar juist dit was ook weer het beeld der werkelijk heid en leverde als zoodanig eene uitstekende gelegenheid tot oefe ning in de gevechtsleiding. Hij, die alleen geleerd heeft, stelselmatig zijn exercitie-reglement toe te passen in omstandigheden, waarbij al les geregeld is en niets aan het toeval wordt overgelaten, zal zich dikwijls bedrogen vinden bij de uitoefening van het commando over troepen, die door onverwachte gebeurtenissen of door de uitwerking van 's vijandg vuur in abnormale omstandigheden ver plaatst zijn. De Cavalerie vond in het onbekende terrein, geaccidenteerd als het was, eene uitstekende gelegenheid tot oefening in den verkennings- en ordonnansen-dienst. .Zij kon telkens als 't ware voelen, in welke mate het meer of minder goed verrichten van dien dienst van in vloed was op het optreden der overige wapens. Bovendien had zij ruimschoots gelegenheid, te toonen, dat zeer moeielijk terrein onze ruiters niet afschrikt, en wekte zij dan ook daardoor meermalen de bewondering der andere troepen op. Ook de Artillerie overwon de grootste bezwaren van het terrein, dikwijls tot verbazing van ons, die nog nimmer in de gelegenheid waren, onze Artillerie in zulk moeielijk terrein te zien optreden. De bergbatterij kon letterlijk overal komen en de veldbatterjj kwam meer malen in stelling op punten, die men voor haar oubereikbaar meende. Wij verklaren dan ook een geheel ander idee gekregen te hebben van de beweegbaarheid onzer veld-artillerie, dan wij vóór de manoeuvres hadden. Welk eene nuttige oefening boden deze oefeningen dan ook voor de Artillerie uit het oogpunt van het kiezen en het bereiken van stellingen, het schatten van afstanden, het oordeelkundig kiezen van doelen, enz.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 375