372 Doch niet alleen bij den schutter, maar ook bij den commandant (vuurleider) wekt eene schijf met figuren meer belangstelling op. Op eene effen, grijze schijf kan men slechts het aantal treffers en aanslagen opnemen. Heeff men daarentegen figuren op de schijf geteekend, dan kan men de treffers in de ledige ruimten tusschen de figuren, die niemand buiten gevecht gesteld hebben, afzonderlijk opnemen en buiten re kening laten. Neemt men nu verder in aanmerking, dat in de wer kelijkheid een man, die getroffen wordt, gewoonlijk neervalt en een ledige ruimte in het gelid maakt, dan mag men, als de schijf een troep op 2 gelederen voorstelt, in den regel voor elke figuur niet meer dan tivee treffers in rekening brengen, als men het aantal bui ten gevecht gestelden wil bepalen. Men kan dan de verkregen uitkomsten aanteekenen als volgt: Treffers in de geheele schijf: 56, waaronder 14 aanslagen, id figuren 49, 5 Werkelijk buiten gevecht gesteld: 14 man. De groepsschijven kunnen nu ook geschikt gemaakt worden om een geopende verspreide groep voor te stellen, door namelijk de schijf in 8 vakken van 0.50 M. breedte te verdeelen en alleen het lc, 3e, 5e en 7° vak van eene figuur te voorzien. Volgens 187 Recrutenschool is de tusschenruimte bij een geopende groep één pas (0.65 M.)bij de door mij voorgestelde wijze zijn de figuren in knielende houding van onderen op 0.68 M. van elkander, in staande houding zelfs op 0.80 M. Hoe moet men de figuren op de schijven aanbrengen? Naar mijne meening is de eenvoudigste wijze aldus De groepsschijf van 1.10 M. hoogte wordt slechts aan eene zijde met papier beplakt en daarop worden 8 knielende figuren geteekend, zóoals in fig. 4 van het schietvoorschrift is aangegeven, doch zonder de grondstrook. De groepsschijf van 0.50 M. hoogte wordt aan beide zijden met papier beplakt. (Deze smalle schijfstrook zal daardoor niet te zwaar worden. Weet de officier van wapening te voren welke soort van oefening de compagniescommandanten wenschen te houden, dan kan misschien het beplakken aan beide zijden achterwege blijven.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 381