373 Op de vóórzijde worden 8 figuren in liggend-vurende houding ge- teekend, zooals in fig. 5 van het S. Y. is aangegeven, doch met. de grondstrook, die tnen echter zwart kan maken. (1) Op de achterzijde moet men de schijf in 8 vierkanten van 0.50 M. zijde verdeelen en daarna in elk vierkant een zwart trapezium teeke nen, dat van boven 0 32 M. en van onderen 0.20 M. breed is; de hoogte is natuurlijk 0.50 M. (Zie fig. 1 van het S. V.) Bevestigt men nu de groepsschijf van 1.10 M. hoogte boven deze van 0.50 M. hoogte, dan verkrijgt men eene schijf met figuren in staande houding, zooals in fig. 3 van het S Y. is voorgesteld, doch zonder grondstrook De grondstrook, die bij de individueele oefeningen dient om den onderkant der figuren voor den schutter goed zichtbaar te doen blijven, heeft bij het salvo- of tirailleurvuur geen reden van bestaan men neemt dan de deelen, zooals zij in de werkelijkheid zich voordoen. De groepsschijven moeten daarom met hun onderkant goed op den beganen grond aansluiten, opdat geen schot onder de schijf kan doorgaan Het opnemen van de ricoehet-treffers, aanslagendie de schijf in den 2en boog getroffen hebben, en die altijd te herkennen zijn aan het onregelmatig kogelgat, dat zij maken, kan niet genoeg worden aanbevolen, omdat uit de verkregen ricochet-treffers mag worden afgeleid, dat de schutters laag afgekomen zijn. Als men geen aanslagen in de schijf opmerkt, is dit. een bewijs, dat óf te hoog afgekomen wordt óf een te hoog vizier gekozen is. Ik stel mij voor op de uitwerking der aanslagen in het „Yervolg mijner beschouwingen over het schieten" terug te komen, doch wensch nu slechts het gewicht van die uitwerking te doen uitkomen door de vermelding, dat men op een troep in bataille, op 350 M. afstand van den vurenden troep, door eene goede keuze van vizier 43.6°/0 directe Dl. II, 1888. 24 (1) Pe afmetingen voor de schijf, die een schutter in liggende houding vurende moet voorstellen, worden verschillend aangenomen. In Frankrijk is zij 0.55 M. hoog en 0.675 M. breed, doch stelt zij den man van ter zijde gezien voor; in Duitschland 0.50 M. hoog en 0.40 M. breed, in front gezien; in Oostenrijk 0.60 M. hoog en 0.55 M. breed, in front gezien; Hanckar neemt een hoogte van 0.45 M. aan. Men kan dus op onze schijf de grondstrook gerust zwart maken en mederekenen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 382