382 Belangrijke krijgsverrichtingen hadden er onder zijne aanvoering niet meer plaats, de weerstand was reeds gebroken; maar de staatkun-. dige zaken vereisehten nu de meeste zorg en dat die ten volle aan zijne leiding werden toevertrouwd, bewijst zijne benoeming tot Gou- vernements-commissaris voor de leiding der staatkundige gelegenheden van het eiland Bali, die den 4en Juni 1849 volgde. In die hoeda nigheid wist hij de politieke onderhandelingen zoodanig te leiden dat de onderwerping der Balische vorsten onder de door het Gouverne ment gestelde vredesvoorwaarden, ten volle werd verkregen. De vergadering, waarbij dit geschiedde, had plaats op den 15en Juli 1849. De expeditionnaire krijgsmacht was reeds naar Java terugge keerd en slechts één stoomschip was ter beschikking van Yan Swieten in de Balische wateren achtergebleven. Hij ontving de vorsten, slechts door enkele Nederlanders omringd, terwijl zij van hunne zijde 20,000 (de heer Booms zegt 30,000) krijgsknechten in hun gevolg hadden medegevoerd. Toch was de kracht van den zede lijken invloed der ondervonden nederlagen zóó groot, dat Yan Swieten met gerustheid zijnen eisch, de schriftelijke verklaring der erkenning van Nederlands souvereiniteit, kon stellen en dien zonder tegenspraak zag ingewilligd. Niet minder dan op krijgskundig had alzoo hier de overste Yan Swieten op staatkundig gebied getoond de rechte man op de rechte plaats te zijn. Als belooning voor zijne bij de derde Balische expeditie bewezen veelzijdige diensten werd hij bij Gouvernements besluit van 9 Au" gustus 1849, later door den Koning bekrachtigd, buitengewoon bevorderd tot kolonel. Reeds aanstonds werd in dien rang van zijne bekwaamheden door dé Regeering partij getrokken, daar hij onmiddellijk na zijn terugkeer van Bali benoemd werd tot Civiel en Militair Gouverneur van Sumatra's Westkust, welke waardigheid hij, ook na zijne bevordering tot gene- raal-majoor in 1853, bleef bekleeden. Een blijk van waardeering der wijze, waarop hij als zoodanig optrad, ontving hij door zijne benoe ming, in 1856, tot adjudant in buitengewonen dienst van Zijne Majesteit den Koning. Zijn negenjarig bestuur over dit gewest on derscheidde zich door vele welgekozen en verstandige maatregelen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 391