895 Hoewel het zevenenzestigste levensjaar reeds ingetreden, aar zelde Van Swieten geen oogenblik de welverdiende rust, waarin hij leefde, prijs te geven om de taak te aanvaarden die van hem werd gevorderd. Bij Koninklijk besluit van 11 Juni 1873 werd hij dien tengevolge hersteld in activiteit als luitenant-generaal en gesteld ter beschikking van den Gouverneur-Generaal in Nederlandsch-Indië, ten einde met de leiding der eerlang tegen Atjeh te hervatten militaire operatiën te worden belast, in de hoedanigheid van Civiel Regee- ringscommissaris en Militair Opperbevelhebber. Den 23en Augustus zette hij te Batavia voet aan wal. In Indië was intusschen de voorbereiding der expeditie met alle kracht ter hand genomen en vond de generaal Van Swieten reeds veel verricht van de omvangrijke daartoe noodige maatregelen. Het aantal troepen achtte de generaal voor het beoogde doel in den aan vang niet geheel benoodigd, zoodat hij, met het oog op de groote moeielijkheid van het transport der voor eene zoo sterke macht be- noodigde verschillende vivres en oorlogsbehoeften, van de in drie bri gades ingedeelde expeditionnaire troepen voorloopig eene brigade in reserve re Padang achterliet. De beide andere brigades zouden van de drie hoofdplaatsen Batavia, Samarang en Soerabaja, waar zij waren verzamdd, rechtstreeks naar Atjeh vertrekken, te beginnen met den len November, een tijdstip dat, voor zoover bekend was, de troepen bij den aanvang van het droge jaargetijde ter plaatse zoude doen aankomen. Het was de bedoeling van de Indische Regeering en het Opper bestuur, dat, bij welslagen der tweede expeditie, met Atjeh een tractaat zou worden gesloten, geheel in den geest van het Siaksche. De sultan zou daardoor het voordeel verkrijgen dat hem de integri teit van zijn rijk, ook tegenover tot onafhankelijkheid gezinde vazallen» verzekerd werd, en het traeraat gaf voldoende waarborgen voor onzen invloed, ten einde orde en veiligheid te doen heerschen Om dit doel te bereiken, was in de eerste plaats noodig de ver overing van den Kraton, de zetel van het Atjehsch bestuur, die nog nooit in vreemde handen was geweestde Kraton werd alzoo het object van het operatieplan. Aolgens de ontvangen berichten had de vijand het terrein, waar-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 404