399 weging ook de Zuidzijde van den Kraton afgesloten, waarop de vijand de nu geheel ingesloten sterkte verliet, zoodat zij den 24en zonder weerstand in onze handen viel. Twee dagen later overleed Atjeh's laatste sultan te Lampagger aan de cholera. Was door den val des Kratons het hoofdobject der militaire ope- ratiën bereikt, de dood van den sultan maakte het onmogelijk ook tot het politieke doel, het sluiten vau een behoorlijk gewaarborgd tractaat in den geest van het Siaksche, te geraken. Was de zeer geringe macht, die de sultan bleek te bezitten, reeds oorzaak geweest dat de op perbevelhebber reeds bij diens leven twijfelde of een tractaat wel eenigen waarborg voor de toekomst zoude opleveren, na den dood des vorsten gaven de verschillende pretendenten voor de sultans-waardigheid niet de minste zekerheid meer in dat opzicht, zoodat de opperbevelhebber den 31en Januari bij proclamatie constateerde dat het land krachtens het recht van overwinning aan het Nederlandsch-Indisch Gouver nement behoorde, eene handelwijze die, op eigen gezag geschied, kort daarop door het opperbestuur werd goedgekeurd. Deze maatregel werd nader uitgevoerd, doordien de opperbevelheb ber kort daarop het bestuur in de III Sagi's van Groot-Atjeh verklaarde te hebben aauvaard, terwijl van de Onderhoorigheden alleen acten van souvereiniteits-erkenning werden gevorderd en grootendeels verkregen. Wat de eigenlijke pacificatie des lands aangaat, te dien opzichte wenschte de opperbevelhebber eene afwachtende houding aan te nemen en verdere gevechten zooveel mogelijk te vermijden. Onze positie in Groot-Atjeh zoude gaandeweg zoo sterk mogelijk worden ingericht, ten einde iedereen te doen inzien dat zij „voorgoed" werd ingenomen, maar verder geene offensieve bewegingen worden uitgevoerd. De hoofd macht zoude Atjeh verlaten en eene macht van ongeveer 2500 man achterblijven in den Kraton in eene goede stelling met versterkte punten op de gemeenschapslijn voor het strand. Kadat deze stelling voorloopig was ingericht, keerde de opperbevelhebber den 26en April met de hoofdmacht naar Java terug. Bij Koninklijk besluit van 18 Juli 1874 werd de luitenant-generaal Yan Swieten op de meest eervolle wijze en onder dankbetuiging voor de uitstekende diensten door hem opnieuw aan den Lande bewezen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 408