403
„Had men de resultaten afgewacht van het onze, dat ons, volgens
generaal Pel's verklaring van April 1875, eene onneembare positie
bezorgde: men had de bevolking tot zich getrokken, meuschenlevens
en schatten gespaard, terwijl ons prestige ware bewaard gebleven,
dat door terugtrekken noodwendig moet lijden.
„Men zal dus tenzij spoedig een buitengewoon geluk een einde
aan den strijd make moeten terugkeeren tot het eenige goede stel
sel, dat men nimmer had mogen verlaten".
Het buitengewone geluk is niet gekomen en men is, hoewel laat met
het oog op de beri-beri misschien te laat tot het stelsel van generaal
Yau Swieten teruggekeerd. De woorden, waarin hij dat stelsel in
zijn nota voor kolonel Pel kenschetste, kunnen letterlijk ais motto ge
schreven worden boven onze tegenwoordige geconcentreerde stelling.
Toch gelooven wij dat het den edelen man geene voldoening is ge
weest zijne voorspelling aldus zooveel jaren later nog bewaarheid te heb
ben gezien. Yan zijne warme vaderlandsliefde vertrouwen wij dat hij inte
gendeel met leed in ',t hart onze tegenspoeden in Atjeh heeft gevolgd,
ook al werd daardoor later tot zijn eigen inzichten teruggekeerd.
Wij eindigen met de volgende woorden van „de Locomotief", voor
komende aan het slot eener korte levensbeschrijving van generaal
Yan Swieten in dat blad
„Met dezen generaal is een van die schoone militaire figuren heen
gegaan, die een groot deel der geschiedenis van het Indische leger in
zich belichamen. Dapper krijgsoverste en kundig veldheer, was hij
tevens oprecht christen. Geklommen tot de hoogste militaire waardig
heid, begiftigd met de hoogste onderscheidingen, bleef hij steeds
eenvoudig en voor een ieder toegankelijk.
„De mensch Yan Swieten moge zijn heengegaan, de veldheer Yan
Swieten zal in de Indische krijgsgeschiedenis, door zijn roemrijke
daden, blijven voortleven."
De ter aardebestelling van den Generaal had, volgens zijn verlan
gen, op de meest eenvoudige wijze plaats op den 12en September 1888
Geene officieele eerbewijzen werden gedaan, geene redevoeringen ge
houden. Beter dan alle eerbewijzen en redevoeringen spreken trou
wens de groote daden van den overledene, die zoovele eervolle
bladzijden beslaan in onze Indische Krijgsgeschiedenis.