- 419 mogelijk maken kan, is eene niet tegen te spreken waarheid. Dit euvel heeft altijd bestaan en neemt in beteekenis toe, naarmate de vuursnelheid aangroeit. Is er echter wat wind, dan trekt de rook spoedig genoeg op, om het richten bij een volgend schot mogelijk te maken. En als men bedenkt, dat die rookvermeerdering ook gedurende proeven en oorlogen haren invloed heeft doen gelden, terwijl niet temin het trefferaantal grooter bleek te zijn dan bij eene geringe vuur snelheid en minder rook, dan begint men te begrijpen, dat de be- duidenis van dezen factor niet overschat mag worden. Maar ook zonder overweging van dit resultaat is het aannemelijk, dat men met soldaten, die stelselmatig scherp geoefend zijn in het in den aanslag brengen van het geweer, op korten afstand met een zeer snel vuur en veel rook meer treffers behalen zal dan met een langzaam vuur en weinig rook. Intusschen maakt de rook op dit oogenblik geen punt van quaestie voor mij uit, omdat ik zooals gaandeweg blijken zal voor ons toekomstig geweer eene buskruitsoort of een ander voortdrijvend middel zonder rook verlang. Zonder twijfel werkt het toenemen der vuursnelheid op de zenu wen. Maar niet uitsluitend ten nadeele. Zooals Wolozkoi zeo-t, is het vuren dikwijls eene „veiligheidsklep" voor de opgewondenheid van den soldaat. En hoe sneller het vuur wordt, des te meer stijgt het bewustzijn van eigen kracht. Gaarne wordt intusschen toegegeven, dat een snelvurend wapen in vele gevallen een schadelijk instrument kan zijn in handen van slecht of weinig geoefenden. Het kan dan aanleiding geven tot overhaasting, tot het „uit de hand" geraken van den troep. Had meu b. v. de musketiers van Prins Mauriis plotseling met Beau- mont-geweren gewapend en na een oefeningstijd van weinige dagen in het vuur gebracht, wat zouden zij zich dan weinig op hun gemak hebben gevoeldZouden ze echter, in oogenblikken van groote vuursnelheid en veel rook, den vijand met het ileaumont minder treffers hebben toegebracht dan met het musket? Men zal wel overtuigd zijn van het tegendeel. Niettemin is, zooals reeds duidelijk te kennen werd gegeven. O 7

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 430