425 te ontwijken, zich steeds veilig kan terugtrekken; terwijl hij zich telkens in de gelegenheid ziet om begunstigd door het eigenaardige terrein en behendig als hij is in het gebruik daarvan onze kleine uitrukkende afdeelingen óf plotseling met groote overmacht op het lijf te vallen óf gedurende uren in een slepend vuurgevecht te wik kelen, dat ons veel patronen kost, zonder dat we de resultaten bijna ooit te zien krijgen. Meestal worden we van alle zijden bedreigd door een vijand, die dikwerf in de guerilla zijne kracht zoekt en deze soms meesterlijk weet te voeren. Daarom komt het normaal ver- loopend gevecht of wat daarop gelijkt bij ons lang zoo veelvuldig niet voor als in Europa, waar het regel is. Allerlei bijzondere ge vallen zijn hier aan de orde van den dag en mogen, met het oog op de mede te nemen hoeveelheid patronen, niet buiten beschouwing ge laten worden. Zoo is het b. v. een groot verschil, of eene afdeeling in de onmiddelljjke nabijheid van een operatiebasis a. a. vecht, zoo dat zij elk oogenblik steun en aanvulling verwachten kan, of dat zij zich op grooten afstand verwijderen moet, verplicht is tijdens den marsch een langdurig langzaam vuur te onderhouden en gevaar loopt van afgesneden en gedurende een zeker tijdsverloop omsingeld te worden. Ook is het lang niet hetzelfde of eene compagnie uitgezonden wordt om een punt aan te vallen, te vermeesteren en daarna den noodigen aanvoer van alle behoeften te genieten, of dat zij de opdracht krijgt om een punt te bezetten en vast te houden, zonder op dade- lijken steun te kunnen rekenen. Alhoewel ik gaarne toegeef, dat het niet mogelijk en ook niet noodig is, den voor elk bijzonder geval vereischten patronenvoorraad vast te stellen, kan ik niet instemmen met het aannemen van eenen, voor alle gevallen geldenden, bepaalden c/evechtsvoorraad. Overweging verdient het m. i., naar aanleiding van hetgeen de oorlogservaring dienaangaande heeft geleerd, voor het geregeld verloopend gevecht een zeker minimum te berekenen, met dien verstande, dat altijd meer patronen zonden mogen worden medegenomen, zoo de (iverantwoor delijkecommandeerende officier der uitrukkende afdeeling dit noodig achtte en de omstandigheden het niet belettentevens zou dan be paald kunnen worden, dat bij transporreu a. a. de reserve-voorraad, indien wenscheiijk, achterwege kon blijven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 436