- 34 - Ware het materieel ia alle opzichten zonder gebreken, dan zou men ook uit den aard der verkregen afwijking van het kogeltje kunnen besluiten, aan welke fout hij zich had schuldig gemaakt, en dit den schutter zeiven doen inzien. Voor de oude manschappen en in de eerste plaats voor hen, die zich bij het schieten naar de schijf verkeerde gewoonten hebben eigen gemaakt, kunnen de kamerschietoefeningen ook zeer veel nut opleveren. Van den bok heeft deze oefening minder waarde; men kan daarbij toch slechts beoordeelen, of de schutter goed kan richten, terwijl de oefening in het aanleggen verloren gaat. Kleven er echter belangrijke gebreken aan het materieel (en men moet hieraan zeer hooge eischen stellen), dan kunnen de kamerschiet oefeningen, hoe nuttig ook in principe, zelfs schadelijk zijn. Neem eens aan, dat de soldaat geen enkele fout begaan heeft en hij ziet dat het kogeltje geheel verkeerd is terechtgekomen, dan wordt niet alleen zijn vertrouwen op zijn onderwijzer en op zijn wapen min of meer geschokt, maar ook zijne belangstelling in het schieten, welke tevens door deze oefening kan worden opgewekt, zal er niet grooter op worden. Het geweer, dat men bezigt, moet in de hoogste mate een juistheids wapen zijn. Kan men den toestand van dat materieel ten onzent voldoende noemen Wij meenen dat er eenige schietrapporten zullen ingekomen zijn, waarin op enkele gebreken werd gewezen. Reeds uit het stellen van den eisch dat een zeker aantal treffers zoo dicht bijeen moet zitten, dat zij door een cirkelschijfje van be paalde afmeting bedekt kunnen worden, volgt o. i. dat de hoedanigheid van het materieel niet toelaat eene schrede verder te gaan, door te verlan gen dat een zeker deel der treffers in het doel moeten gebracht worden. Het wapen moet even als het patroontje van zulk een gehalte zijn, dat laatstgenoemde voorwaarde gesteld mag worden Men schijnt nu van de gedachte uit te gaan, dat niet alleen de man fouten kan maken, doch het wapen ook gebreken heeft, die het kogeltje, zij 't dan ook in slechts een enkele richting, kunnen doen afwijken. Zitten een zeker aantal treffers dicht genoeg ergens in de schijf bijeen, dan meent men te mogen aannemen, dat de schutter een zeker aantal malen geen fouten heeft gemaakt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 43