430 - als de verschrikkelijke orkaan, wiens komst niemand betwijfelt, Eu ropa eenmaal in vuur en vlam zal zetten. Men zou al zeer optimistisch moeten zijn om te gelooven, dat ons Indië bij die gelegenheid ongemoeid zou blijven. Wil men zeggen, dat Indië niet zoo rechtstreeks door het oorlogs gevaar bedreigd wordt als Europeesche staten, dat wij m. a. w. minder kans hebben op een strijd tegen eene Europeesche macht, toch blijft het een feit, dat het „periculum in mora" ook ons geldt. En even als immer zal ook dan het berouw te laat komen, als we niet bijtijds hebben gezorgd, moreel zoowel als materieel tegen onzen Europeeschen tegenstander opgewassen te zijn. Deze overweging toont naar mijne meening ten stelligste aan, dat de studie van de vermeerdering der vuursnelheid ook door ons ter hand moet worden genomen, hier in Indië en niet in Nederland, omdat ons klimaat en onze soldaat anders zijn en andere eischen aan een oorlogsgeweer stellen dan in Europa het geval is. Waar is het, dat eene grootere vuursnelheid tegenover den Inland- schen vijand niet dringend noodig iswenschelijk echter wel en voor zeker in het belang van den lande, omdat zij tot bespoediging van de oorlogshandelingen zal bijdragen. Ook is het reeds bewezen, dat de nieuwste geweren hunnen weg naar dezen archipel hebben gevon den, en weldra zal men het feit kunnen constateeien, dat zij in groo- ten getale in deze gewesten aanwezig zijn. Dit zal wel is waar niet ten gevolge hebben, dat de militaire waarde van onzen troep door den Inlander overschaduwd wordt; dit zij verre! Maar wel zal de wetenschap van dit feit onzen soldaat een moreelen knak geven. Ik vertrouw door deze beschouwing der zaak de overtuiging te hebben gevestigd, dat wij ten spoedigste ten arbeid moeten tijgen, om dat ook voor ons leger eene grootere vuursnelheid eene behoefte is. Maar ik voeg er nadrukkelijk als mijne meening bij, dat men met de hierna te bespreken factoren -- vooral het gewicht, de lengte en ligging van het zwaartepunt des geweers ten ernstigste rekening zal hebben te houden, ten einde niet te vervallen in de keuze van een geweer, dat schijnbaar boven, maar inderdaad beneden het deugdelijk Beaumont staat. (Wordt vervolgd.) W. J. C. Creutz Lechleitnek.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 441