PROMOTIE BIJ DE INFANTERIE. Het moge een oud onderwerp zijn, toegegeven! Maar het blijft niettemin eene levensquaestieEene goede regeling der promotie is voor het officierskorps van het allergrootste gewicht. Zij beheerscht voor een groot deel de liefde voor het vak, de opgewektheid, waar mede de dienst verricht wordt; slechts bij een goeden geregelden gang der promotie bereikt men de verschillende rangen op een leeftijd, waarop men nog met lust al de daaraan verbonden verplichtingen vervult. Is dit alles in het algemeen waar, wij mogen wel zeggen van al- gemeene bekendheid, voor Indië klemmen die argumenten nog meer. Hier gaat de opgewektheid spoediger verloren dan in Europa; hier zijn lichaam en geest spoediger oudhier moet men veel meer d*n in Europa zijn levensgenot voor het grootste deel vinden in het met lust en ijver verrichten zijner diensten. Hier moet men ook daarom spoediger promotie maken, omdat de meerdere ondervinding, die men in verschillende omstandigheden en betrekkingen opdoet, een waarborg is, dat men spoediger geschikt is voor het vervullen van hoogere rangen, maar tevens aan de andere zijde oorzaak, dat een al te lang dienen in de laagste rangen den lust uitdooft. Zal b. v. iemand, die jaren lang postcommandant geweest is, mis schien wel te Atjeh, steeds met dezelfde opgewektheid weder jaar in jaar uit den dienst als luitenant verrichten bij eene compagnie in een garnizoen? Zal de liefde voor het vak niet verdwijnen, als die zelfde persoon eerst na 15-jarigen officiersdienst in de laagste rangen, eindelijk aan de beurt komt voor bevordering tot kapitein Is een leeftijd van 37 of 38 jaar als gemiddelde niet te hoog, om kapitein te worden? Wij zouden tallooze vragen in dezen geest kunnen stellen, waarop het antwoord niet twijfelachtig zoude zijn. Maar de lezer, welwillend als hij is maar toch ook wel eens pruttelend over den slakkengang der

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 442