435 het voorbeeld van opgewektheid moet geven. Wordt men gemiddeld eerst op 37- a 38-jarigen leeftijd kapitein, dan ismen weldra te oud voor al die dienstverrichtingen, die te veel van de lichaamskrachten vorderen. Wij hebben wel is waar herhaalde voorbeelden gezien van kapiteins, die nog op gevorderden leeftijd denzelfden ijver aan den dag legden en evengoed groote vermoeienissen doorstonden, als menschen van 35 jarenmaar dit is niet als regel te stellen. In het algemeen blijft het in het belang van den dienst noodzakelijk, daarnaar te streven, dat de kapiteins der Infanterie niet te oud zijn. A.an de andere zijde wordt ditzelfde ook geëischt door het belang der personen. In geene enkele betrekking in de Indische maatschappij, die uit het oogpunt van stand vergeleken kan worden met dien van officier, wordt men op 35-jarigen leeftijd zoo slecht bezoldigd als de le luitenant der Infanterie. Zelfs voor den ongehuwden officier is deze bezoldiging na zooveel jaren dienst te gering, maar hoeveel te meer is dit het geval voor den gehuwden! Voor een gehuwd lui tenant, die een tweetal kinderen heeft en dit is bij den tegen- woordigen gang der promotie lang geene zeldzaamheid is de bevor dering tot kapitein dan ook eene ware uitkomst. Eerst het traktement van kapitein is, welke hoogst matige eischen men ook stelle, eenigszins voldoende te achten voor een gehuwde met kinderen. Is het dan te veel gevergd, wanneer men beweert, dat meu na 12-jarigen dienst als officier wel billijkheidshalve aanspraak mocht kunnen maken op eene zoodanige bezoldiging? Zelfs al we d men na 12 jaren kapitein, dau nog zoude men immers financieel zeer belangrijk achterstaan bij de ambtenaren van de rechterlijke macht, van het binnenlandsch bestuur, van de bureaux der departementen, van het middelbaar onderwijs, enz. Het komt ons dan ook voor, eene zaak van groot belang te zijn, de vooruitzichten op bevordering bij het wapen der Infanterie te verbeteren, zoowel wat betreft de promotie tot kapitein als die tot hoofdofficier. AVij wenschen echter thans slechts de aandacht te vestigen op een middel, waardoor de bevordering tot kapitein in den vervolge spoe diger zal plaats hebben, zonder dat daaraan voor zoover wij kunnen nagaan eenig bezwaar verbonden is. Wij bedoelen de handhaving der adjudanten bij de korpsen Infan-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 446