436
terie in die betrekking, ook na hunne bevordering tot kapitein. Deze
maatregel is reeds sedert ongeveer een jaar in Nederland van kracht,
juist met het doel, de vooruitzichten op bevordering voor de luite
nants te verbeteren. Met algemeene instemming werd die maatregel
begroet en inderdaad was het ook hoog tijd geworden, dat men in
het Vaderland iets deed, om de promotie-kansen te verbeteren.
Maar dezelfde urgentie bestaat thans hier in Indië, nu men met
zekerheid kan voorspellen, dat men weldra bij de Infanterie luite
nants zal hebben, die vijftien jaren dienst als officier hebben. Het
is dan ook dringend noodig, op dit oogenblik naar verbetering te
streven, want een maatregel, die in het Vaderland na betrekkelijk
korten tijd van voorbereiding kan genomen worden, behoeft in Indië
altijd een zeer geruimen tijd van overweging, vooral als de begrooting
er mede gemoeid is, zooals hierbij het geval is. Zelfs al was op dit
oogenblik iedereen der machthebbenden in Indië het daarover eens,
dat het verbeteren der vooruitzichten van de Infanterie-luitenants
geen uitstel gedoogt, dan zoude het nog minstens tot het begin van
1890 duren, vóór de invoering van een daartoe strekkenden maatregel
mogelijk was, want op de Indische begrooting voor 1889 kan daarop
niet meer gerekend worden. En in het jaar 1890: welnu dan zijn
zij, die in 1875 officier werden, bij de Infanterie aan de beurt voor
bevordering tot kapitein; dan zal onze voorspelling bewaarheid zijn;
dan zullen wij wellicht spoedig luitenants met het eereteeken voor
langdurigen dienst als officier zien
Verkwikkelijk vooruitzicht inderdaad
De toepassing van den door ons bedoelden maatregel kan daarin echter
eenige verbetering brengen, zonder dat hierdoor overdrijving ontstaat.
De betrekking van adjudant bij de Infanterie-korpsen en bij die ge
westelijke commando's, waar geen kapitein van den generalen staf is
ingedeeld, is toch gewichtig genoeg, om haar door een kapitein te
doen vervullen. Men zoude dit bezwaarlijk als luxe kunnen be
schouwen, ook als men bedenkt hoezeer het hoofdwapen in andere
opzichten bij de meer begunstigde andere wapens en diensten achterstaat.
Naar onze meening zoude men de mogelijkheid om als kapitein in de
adjudants-betrekking gehandhaafd te blijven, kunnen openstellen bij
de 18 veldbataljons,