440 de landstreek, dan zijn het 3° veld-escadron en het remonte-depot op zijne plaats, teiwijl het depot-escadron in de Preanger zoude moeten geplaatst zijn. Gaan wij eens na, wat wij bij den oorlog tegen een buitenlandschen vijand stel dat zijne landing gelukt is van onze cavalerie kunnen verwachten en nemen wij hierbij dan aan, dat ook de vijand in het bezit van cavalerie is. Gelukkig dat ook hij beperkt is in den aanvoer van cavalerie en wel om de volgende redenen: 1°. De groote bezwaren aan het vervoer van cavalerie bij overzeesche expeditiën verbonden. 2°. Idem bij de eigenlijke landing. 3°. De overtuiging, dat overmachtige cavalerie niet te vreezen is. 4°. De groote vermeerdering van vivres en fourage, reserve-paar- denmaterieel, paardentuig, enz., enz. 5°. De moeielijke aanvulling der geleden verliezen. 6°. De bezwaren aan groene fourageeringen of aan het eischen van fourage van de bevolking verbonden. Yoor overmachtige cavalerie, ook al komt zij op nog zulke hooge paarden aangezet, behoeven wij dus niet te vreezenbovendien ver keert onze ruiterij in gunstiger omstandigheden, daar zij, als bekend met het terrein, zich vrijer kau bewegen, minder blootgesteld is aan kliinaatainvloeden en zich volkomen bewust is, wat van ons paard te vergen is. Bevindt de vijandelijke cavalerie zich op hare plaats, dus vóór het front van hare eigen troepen, dan is het natuurlijk in de eerste plaats have taak om de verkenning onzer patrouilles te beletten. Zal dit voor haar eene gemakkelijk te vervullen taak zijn Ik voor mij geloof van „neen". Menigmaal zal aan 's vijands pa trouilles de pas afgesneden worden, terwijl het aan onze patrouilles officierspatrouilles, gesteund door de rest van het peloton niet moeielijk zal vallen om den vijand in flank en rug te zitten, komen de langs wegen, vanwaar men hen niet verwacht. De cavalerie van beide partijen staat alzoo tegenover elkaar en zal wederkeerig trachten, de vijandelijke afdeelingen terug te slaan om 's vijands stelling nauw keurig te verkennen. Voor onze cavalerie, die aan de minst mogelijke verliezen mag blootstaan, is zulk een optreden niet gewenscht. Aan genomen dat zij hiertoe in staat is, stuit zij immers op vijandelijke

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 451