441 infanterie-afdeelingen, die haar toch tot terugtrekken zullen noodzaken onze cavalerie doet dus beter met de verkenning te volbrengen volgens den stelregel „zien zonder gezien te worden," eene wijze van verkennen waarbij het terrein zeer in ons voordeel is en waarbij men aan geringe verliezen zal blootgesteld zijn. De verkenningen geschieden van uit de flanken onzer eigene stel ling; van hieruit treden de afdeelingen (pelotons), welke het front onzer stelling moeten dekken, op. Yóór dit front zullen zij zich zoo lang mogelijk handhaven. Is het hun onmogelijk, vóór het front stand te houden, dan blijft slechts over terug te trekken, om, onder steund door de eigene infanterie, de vijandelijke cavalerie tot terug trekken te noodzaken. Doch zoover mogen wij het niet laten komen, daar de vijandelijke cavalerie-afdeelingen dan immers al op den goeden weg zijn om hun doel het verkennen onzer stelling te bereiken. Op welke wijze kan en moet dit voorkomen worden? Door tegenover de cavalerie der tegenpartij de onze te stellen, die haar iu getalsterkte overmachtig is. Is onze tegenwoordige sterkte daartoe voldoende? Het antwoord hierop weusch ik later te doen volgen. Haar waar ik al dadelijk op moet wijzen, is de omstandigheid dat toch vooral onze verkennende afdeelingen zich in geen gevecht moe ten inlaten. Is dit, wel is waar, een vaste stelregel voor verken nende afdeelingen, zoo zoude men toch al licht geneigd zijn om, zoo de verkenning niet naar wensch gaat, tot de openlijke verkenning over te gaanhet is echter alweer de vrees voor verliezen, bij moeielijke aanvulling, die ons zulk een optreden verbiedt. Geheel toevallige ontmoetingen blijven hierbij natuurlijk buiten be schouwing meer dan ooit geldt dan het cavaleristische spreek woord: „immer drauf." Alhoewel deze alleen kunnen plaats hebben door argeloos te rijden, zoo behoeft men ze niet zoo erg te vreezen, indien men op zulk een oogenblik slechts denkt aan den regel„dat „hij, die het eerst het initiatief tot handelen neemt, veelal meester van „het terrein blijft." Door de aanwezigheid onzer cavalerie op de flanken onzer eigene stelling waken wij voor omtrekking, terwijl de cavalerie zich op hare

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 452