443 Bij het oprukken tegen een landhuis, dat verondersteld werd door een Inlandschen vijand bezet te zijwerd de colonne, die zich nog niet tot het gevecht ontwikkeld had, onverwachts in den rug aangevallen. Een peloton cavalerie, dat toevallig daar marcheerde, zag daar toe den vijand een klein sawahveld oversteken. Zonder bedenking ging dit peloton tot den aanval, „als fourageurs" van de plaats uit over, waardoor de aanval in den rug beschouwd werd als afgeslagen te zijn. Neemt het gevecht een aanvang, dan moet de cavalerie-aanvoerder alleen oog en oor open hebben voor het verloop van dat gevecht. Hij moet, als het ware, het oogenblik der beslissing voelen, m. a. w. hij moet intijds weten iu te grijpen, hetzij om eene in het nauw ge brachte infanterie-afdeeling te ondersteunen, of wel om een te sterk opdringen van den vijand, waardoor een gedeelte der stelling in gevaar wordt gebracht, te voorkomen. Geven de aanvoerders goed hunne oogen den kost, dan zullen zij met kleine afdeelingen gedurende het gevecht menigmaal verrassend te voorschijn kunnen komen en gewichtige resultaten kunnen verkrijgen. Yan alles wat zij zien, moeten zij ook nu nog trouw blijven rapporteeren, daar het b. v. voor den commandant der iu stelling zijnde troepen van het hoogste gewicht is, intijds te weten, vanwaar vijandelijke reserves oprukken, in welke richting deze marcheeren en hoe sterk zij zijn. Teekent de beslissing zich ten gunste der eigene troepen, dan treden de cavalerie-afdeelingen des te stouter op, hierbij niet vergetende, dat 's vijands flanken zijne zwak ste punten zijn en dat vooral de vuuruitwerking vóór het front der stelling niet gemaskeerd mag worden. Gesteund door de gunstige resultaten, moeten de commandanten der cavalerie-afdeelingen pelotons zich wel wachten, de vervol ging te ver uit te strekken. Immers bestaat ook hierbij de kans van onverwachts op versche vijandelijke afdeelingen te stuiten, en aan ge voelige verliezen mogen wij ons, wegens onze geringe sterkte en met' het oog op ons verder optreden, zoowel op als buiten het gevechts- veld niet blootstellen. Bijtijds wordt alzoo de vervolging gestaakt en moeten wij verder door kleine patrouilles met den vijand in voeling blijven. Ongetwijfeld zullen deze tot dit laatste in staat zijn, als begunstigd door het terrein

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 454