446
wie men vertrouwen kan, dat zij zich uitstekend van hunne taak
zullen kwijten, is van het hoogste gewicht.
Dat deze dienst bijzondere manschappen vereischt, ligt voor de
hand, ik cursiveer het woord „bijzondere," om te doen uitkomen,
dat deze dienst ook eene bijzondere opleiding en eene bijzondere
oefening noodzakelijk maakt.
Welnu, dit laatste heeft bij ons wapen niet plaats.
Zooals reeds meermalen door mij is medegedeeld, bedient men zich
voor dezen dienst bij manoeuvres te ruim van ruiters, die daartoe
eenvoudig van het escadron worden afgenomen, zonder daarbij te be
denken, hoezeer daardoor het escadron uit zijn verband gerukt wordt.
Gelooft ge dat dit aangenaam is voor den escadrons-commandant
en de verdere officieren van het escadron?
Voorzeker niet. Er staan hierbij den escadrons-commaudant twee
wegen open: hij geeft de naar zijne meening voor dezen dienst meest
geschikte ruiters, op de beste paarden gezeten, af of hij wijst een
voudig het gevraagde getal ordonnansen aan, die eigenlijk niet in die
mate de geschiktheid bezitten, welke deze dienst vereischt, omdat hij
ongaarne zijn beste ruiters en zijn beste paarden afgeeft.
Is dit laatste te veroordeelen
Me dunkt van neentoch moet het voorkomen worden.
De eischen, aan den ordonnans van den tegenwoordigen tijd te
stellen, zijn voorzeker niet geringbedenk, dat de man uit de ge
wone volksklasse komt en gewoonlijk slecht ontwikkeld is, en welke
eigenschappen moet hij voor dezen dienst al niet bezitten!
Een vlug begrip; een kalme aard; m. a. w. vooral niet zenuwachtig
zijn als hij tegen den officier praat; duidelijk kunnen spreken;
vlug en duidelijk kunnen lezen; flink ruiter, klein van gestalte en
gering van gewicht zijn; op een stel goede kijkers in zijn hoofd
kunnen bogenziedaar niet onbelangrijke factoren, die men niet bij
iedereen vindt, terwijl een weinig beschaving ook niet in den ordon
nans te versmaden valt.
Gelooft ge dat onze ruiters, allen zonder onderscheid, aan deze eischen
voldoen? Het is immers duidelijk van niet en toch worden zij maar
aangewezen voor bedoelden dienst, die ongetwijfeld zeer veel oefening
en opleiding veigt, zoodat als hij juist opgevat wordt, er voor het